Kasack was de zoon van een arts en studeerde economie en literatuurwetenschap aan de Humboldtuniversiteit te Berlijn. Hij publiceerde zijn eerste gedichten in 1915. Twee jaar later sloot hij vriendschap met de kunstschilder Walter Gramatté, die later model zou staan voor de schilder Catell in zijn roman Die Stadt hinter dem Strom. Ook was hij bevriend met de dichter Oskar Loerke, die hem sterk beïnvloedde. Zijn lyriek is doortrokken van overpeinzingen en kent expressionistische tendensen, later vooral met belangstelling voor natuur en landschap.
Vanaf 1920 werkte Kasack als literair redacteur voor 'Gustav-Kiepenheuer-Verlag' in Potsdam. In 1927 werd hij directeur bij 'Fischer Verlag'. Onder de pseudoniemen 'Hermann Wilhelm' en 'Hermann Merten' begon hij vanaf 1925 met veel succes literaire hoorspelen te schrijven voor Funk-Stunde Berlin, maar in 1933 werd hem de medewerking aan het radiostation door de nazi's verboden.
Kasack schreef ook verhalen en na de oorlog enkele romans. Zijn proza heeft een sterk symbolisch karakter en doet soms denken aan Kafka. Zijn motieven zijn vaak gecompliceerd en voor meerdere interpretaties vatbaar. Zijn bekendste roman is Die Stadt hinter dem Strom uit 1947, een surrealistische roman over de naoorlogse misère in Duitsland en de verlammende gevolgen van de nazi-heerschappij. Hoofdpersoon is een stadsarchivaris die een functie gaat bekleden in een stad van puinhopen, waar alles schimmig blijft en hem ontglipt. Als hij er uiteindelijk vertrekt en zijn wederwaardigheden aan anderen probeert te vertellen wil niemand hem geloven. Het boek lokte in het toenmalige Duitsland veel discussie uit.
Zijn zoon Wolfgang Kasack (1927-2003) was een vooraanstaande Duits slavist.
Bibliografie
Poëzie
Der Mensch. Verse, München 1918
Die Insel. Gedichte, Berlijn 1920
Der Gesang des Jahres, Potsdam 1921
Stadium. Eine GedichtReihe, Potsdam 1921
Echo. Achtunddreißig Gedichte, Berlijn 1933
Der Strom der Welt. Gedichte, Hamburg 1940
Das ewige Dasein. Gedichte, Berlijn 1943
Aus dem chinesischen Bilderbuch, met tekeningen van Caspar Rudolf Neher, Frankfurt 1955.
Antwort und Frage. 13 Gedichte, Frankfurt 1961
Wasserzeichen. Neue Gedichte, Frankfurt 1964
Theater
Die Schwester. Eine Tragödie in acht Stationen, Berlijn 1920
Die tragische Sendung. Ein dramatisches Ereignis in zehn Szenen, Berlijn 1920
Vincent. Schauspiel in fünf Akten, Potsdam 1924
Die Stadt hinter dem Strom. Libretto der Oratorischen Oper in drei Akten, Frankfurt 1954
Hoorspelen
Stimmen im Kampf. Hörspiel, Berlijn 1930
Tull, der Meisterspringer. Eine Serie von zehn Hörspielen für die Jugend, Berlijn 1932, met twee vervolgen: Kinderreise mit Tull en Tull's Kinderolympiade
Eine Stimme von Tausend. Funkdichtung, Berlijn 1932
Der Ruf. Funkdichtung, Berlijn 1932
Verhalen
Die Heimsuchung. Eine Erzählung, München 1919
Tull, der Meisterspringer, Leipzig 1935
Das Birkenwäldchen, 1944
Der Webstuhl. Erzählung, Frankfurt 1949
Fälschungen. Erzählung, Frankfurt 1953
Das unbekannte Ziel. Ausgewählte Proben und Arbeiten, Frankfurt 1963
Romans
Die Stadt hinter dem Strom, Berlijn 1947
Das große Netz, Berlin / Frankfurt 1952
Alexander. Die Fragwürdigkeit des Lebens, 1932 (onvoltooid)
Literatuur en bronnen
A. Bachrach e.a.: Encyclopedie van de Wereldliteratuur, Bussum, 1980