In 1981 promoveerde Henkemans in de psychiatrie op het proefschriftAspecten van de sublimatie, haar stoornissen en de therapie hiervan.[1] Op basis van de ervaringen die hij had opgedaan in zijn praktijk als psychiater – en dan voornamelijk met musici – heeft hij het creatieve proces geanalyseerd. Elk Ik, zo stelt Henkemans, wordt tijdens de groei naar volwassenheid gefrustreerd. Die frustratie kan leiden tot een vorm van sublimatie in het kunstwerk, "een - tot het voordeel van het individu - geslaagde vorm van afweer, waarbij de, doorgaans uit de vroegste kinderjaren stammende, driften omgevormd worden tot handelingen, die qua inhoud weliswaar een aanzienlijke wijziging hebben ondergaan, doch waarvan de begeleidende emoties onveranderd zijn gebleven." De sublimatie levert via een instinctief-creatief proces een kunstwerk op. Is de sublimatie echter gebaseerd op identificatie (dat wil zeggen: imitatie van een ander), dan verloopt het persoonlijke afrekenen met de impuls niet optimaal en kan een neurose of neurotisch gedrag (bijvoorbeeld agressie) het gevolg zijn.
Pianist en componist
Vrij snel na de oorlog staakte hij zijn activiteiten als arts, om zich geheel aan de muziek te wijden. Op 2 december1945 debuteerde hij als pianist in het Koninklijk Concertgebouw te Amsterdam met zijn eigen werk Passacaglia en gigue voor piano en orkest onder dirigent Eduard van Beinum. Na dit eerste optreden volgde een meer dan 20 jaar durende loopbaan als concertpianist (hij was onder meer 59 maal solist in het Concertgebouw) met uitvoeringen in binnen‑ en buitenland. Hij speelde alle 27 pianoconcerten van Mozart voor de radio. Daarnaast nam hij het complete piano-oeuvre van Claude Debussy op. Behalve in deze 'specialismen' (Debussy en Mozart) werd hij ook gewaardeerd als vertolker van werken van o.a. Ludwig van Beethoven en Maurice Ravel. Hij trad met regelmaat op in talrijke Europese steden als recitalist en als solist bij vele bekende orkesten. Ook was hij een graag geziene gast op de festivals van o.a. Salzburg en Edinburgh. Tijdens de Salzburger Festspiele speelde hij wederom Passacaglia en gigue met het Concertgebouworkest maar nu onder leiding van Eugen Jochum (12 augustus 1958).
In de jaren 60 was hij docent voor compositie en instrumentatie aan het Noord-Nederlands Conservatorium te Groningen en aan het Muzieklyceum te Amsterdam gaf hij pianolessen. In 1969 - nadat hij meer dan 20 grammofoonplaten had opgenomen - na de Aktie Notenkraker was hij niet meer welkom in het Concertgebouw en verliet hij mede vanwege gezondheidsproblemen als pianist het concertpodium en legde zich toe op de psychiatrie, maar hij bleef daarnaast componeren.
Als componist werd hij beïnvloed door Claude Debussy, Maurice Ravel en Willem Pijper. Tot zijn bekendere composities mogen zijn concerten voor viool, altviool en harp worden gerekend, evenals zijn partita voor orkest. Het Concertgebouworkest had meer dan negentig keer een werk van hem op de lessenaar tussen 1938 en 1977. Tegenwoordig wordt zijn werk echter nog maar vrij weinig uitgevoerd. Een aantal van zijn composities is opgenomen.[2]
In 2022 kwam Henkemans werk wederom in de belangstelling, toen op initiatief van dirigent en pianist Ed Spanjaard een aantal van diens niet eerder uitgevoerd composities werden opgenomen, waaronder Quatre Mains (1928) door Arthur en Lucas Jussen en Andante con moto uit 1939, gespeeld door pianist Mattias Spee (*1997).[5][6]
Sas Bunge, Rutger Schoute: 60 Years of Dutch chamber music, Amsterdam: Stichting Cultuurfonds Buma, 1974, 131 p.
Wouter Paap: Hans Henkemans verlaat het podium, in: Mens en Melodie. 24 (1969), S. 235-237.
Wouter Paap: Bericht aan de Levenden. Oorlogsherdenkingscompositie van Hans Henkemans, in: Mens en Melodie. 20 (1965), S. 97-99.
Marius Monnikendam: Nederlandse componisten van heden en verleden, Berlin: A.J.G. Strengholt, 1968, 280 p.
Marius Flothuis: Hans Henkemans : Quintet No. 2 for Flute, Oboe, Clarinet, Bassoon and Horn, in: Sonorum Speculum. 1965, No. 22, S. 19-24.
Marius Flothuis: Hans Henkemans, in: Sonorum Speculum. 1963, No. 14, S. 1-9.
Jos Wouters: Fifteen years donemus : conversations with Dutch composers 1947-1962, Amsterdam: 1962
Jos Wouters: Musical performers, Amsterdam: J. M. Meulenhoff, [1959], 57 p.
Brian Morton, Pamela Collins: Contemporary composers, Chicago: St. James Press, 1992, 1019 p., ISBN 1-558620-85-0
Lyle G. Wilson: A dictionary of pianists, London: Robert Hale, 1985. 343 p., ISBN 978-0-709-01749-3
George Kehler: The piano in concert, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1982, 1431 p., ISBN 978-0-810-81469-1
Kurtz Myers: Index to record reviews 1984-1987 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association between 1984 AND 1987, Boston, Massachusetts: G.K. Hall, 1989, 639 p., ISBN 978-0-816-10482-6
Hans-Peter Range: Die Konzertpianisten der Gegenwart - Ein Musikliebhaber berichtet über Konzertmilieu und 173 Klaviervirtuosen, Schwarzwald: Moritz Schauenburg Verlag Lahr, 1966, 249 p.
Contemporary music from Holland, Amsterdam: Donemus, 1953, 50 p.
WEGGEWIST: documentaire van regisseur Harro Henkemans en producent Joost Schrickx, 2021, 80 minuten