Hans-Jürgen Hellriegel diende in april 1936 zes maanden op de torpedobootLuchs en ging in oktober 1938 bij de onderzeeboten. In december 1939 ging hij als tweede officier van wacht aan boord van de U 46, onder bevel van kapitein Herbert Sohler en vanaf mei 1940 Engelbert Endrass.[3]
Sovjetduikboot gekelderd met U 140
In maart 1941 ging hij van boord om een opleiding tot commandant te volgen en in april kreeg hij het bevel over de Type II U-bootU 140. Hij voer vanuit Gotenhafen twee patrouilles in de Oostzee en kelderde op 21 juli 1941 om 06u55 de duikboot M-94 van de Sovjet-Unie met een enkele torpedo.[4]
Vier schepen gekelderd met U 96
In april 1942 loste hij kapitein Heinrich Lehmann-Willenbrock af als commandant van de Type VII U-bootU 96 met basis te Saint-Nazaire. Op zijn eerste vaart boekte hij geen succes, maar op zijn tweede vaart vuurde hij op 10 september 1942 om 16u30 vier torpedo's op konvooi ON 127 en raakte drie schepen: het Belgische vrachtschip Elisabeth van België en de Noorse tanker Sveve zonken en de Britse tanker F. J. Wolfe raakte beschadigd.[5] Hij bracht op 11 september 1942 om 11u50 het Portugese met vis geladen zeilschip Delães tot zinken[6] en bracht op 25 september om 23u57 het Britse passagiersschip New York tot zinken.[7]
Busch, Hans-Joachim; Röll. Der U-Boot-Krieg 1939–1945 — Die Ritterkreuzträger der U-Boot-Waffe von September 1939 bis Mai 1945. Hamburg, Berlin, Bonn Duitsland: Verlag E.S. Mittler & Sohn. 2003, ISBN 978-3-8132-0515-2.
Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.