Ferrari-coureur Sebastian Vettel kende problemen met zijn anti-rollbar tijdens het eerste deel van de kwalificatie en kwam daardoor niet verder dan de 22e en laatste plaats. In het tweede deel van de kwalificatie crashte Haas-coureur Romain Grosjean en raakte McLaren-coureur Jenson Button een muur, hierbij raakte een wiel beschadigd. De resulterende lekke band verhinderde hem om zijn tijd te verbeteren. Voor deze incidenten werden gele vlaggen gezwaaid, die genegeerd werden door Sergio Pérez, die hiervoor acht startplaatsen straf krijgt - vijf voor het te snel rijden tijdens een gelevlagsituatie en drie voor het inhalen van de Haas van Esteban Gutiérrez tijdens deze periode.[5] Grosjean moest na het incident zijn versnellingsbak wisselen, wat hem vijf startplaatsen kost. Vettel verving zijn versnellingsbak en enkele onderdelen van zijn motor, wat hem twintig startplaatsen straf opleverde.[6]
De race werd gewonnen door Nico Rosberg, die zijn achtste overwinning van het seizoen behaalde.[7] Daniel Ricciardo wist, mede door een late pitstop, zeer dicht bij Rosberg te komen, maar kwam uiteindelijk vier tienden van een seconde tekort en werd tweede. Lewis Hamilton maakte het podium compleet door Kimi Räikkönen nipt voor te blijven. Sebastian Vettel eindigde de race als vijfde. Max Verstappen had een slechte start, maar wist zich terug te vechten naar een zesde plaats door in de slotface van de race een aantal andere coureurs in te halen. Fernando Alonso behaalde een knappe zevende plaats. Sergio Pérez werd achtste, na een gevecht met de als negende geëindigde Daniil Kvjat in de laatste ronden. Het laatste punt ging naar Renault-coureur Kevin Magnussen, waarmee zijn team voor het eerst sinds de Grand Prix van Rusland in de top 10 eindigde.