In zijn jonge jaren had de kennismaking met Max Scheler, Hans Driesch en Helmuth Plessner (met wie hij bevriend raakte) aanzienlijke invloed op Buytendijk. Hij correspondeerde met vele grote filosofen, onder wie Ludwig Binswanger, Romano Guardini, Maurice Merleau-Ponty en met Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir.[2] Buytendijk deed zijn inspiratie en methodiek op uit verschillende bronnen: de ervaringen die hij sedert 1918 had opgedaan als dierpsycholoog, en na de Tweede Wereldoorlog als humane psycholoog, en uit de fenomenologie, de leer die de verschijnselen voor zich laat spreken. In zijn Algemene theorie der menselijke houding en beweging (1949) slaagde Buytendijk erin een samengang van lichaam en geest te laten benadrukken.
In 1937 werd de van oorsprong hervormde Buytendijk rooms-katholiek. Hij was voorzitter van onder andere de Katholieke Vereniging voor de Geestelijke Volksgezondheid en hij was vanaf het eind van de jaren 50 hoofdredacteur van de Aula-reeks, de populair-wetenschappelijke pocketboekserie van uitgeverij Het Spectrum. Van zijn hand verschenen talloze boeken en artikelen, zoals De Vrouw in 1951.