De Europese Kampioenschappen kunstschaatsen zijn wedstrijden die samen een jaarlijks terugkerend evenement vormen, georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU).
De kampioenschappen van 1964 vonden plaats van 14 tot en met 18 januari in Grenoble. Het was de eerste keer dat de EK kampioenschappen hier plaatsvonden. Het was de derde keer dat de EK kunstschaatsen in Frankrijk plaatsvonden, eerder werden de evenementen van 1932 en 1956 in Parijs gehouden.
Voor de mannen was het de 56e editie, voor de vrouwen en paren was het de 28e editie en voor de ijsdansers de elfde editie.
Historie
De Duitse en Oostenrijkse schaatsbond, verenigd in de "Deutscher und Österreichischer Eislaufverband", organiseerden zowel het eerste EK Schaatsen voor mannen als het eerste EK Kunstschaatsen voor mannen in 1891 in Hamburg, in toen nog het Duitse Keizerrijk, nog voor het ISU in 1892 werd opgericht. De internationale schaatsbond nam in 1892 de organisatie van het EK kunstschaatsen over. In 1895 werd besloten voortaan het WK kunstschaatsen te organiseren en kwam het EK te vervallen. In 1898, na twee jaar onderbreking, vond toch weer een herstart plaats van het EK kunstschaatsen.
De vrouwen en paren zouden vanaf 1930 jaarlijks om de Europese titel strijden. De ijsdansers streden vanaf 1954 om de Europese titel in het kunstschaatsen.
Deelname
Er namen deelnemers uit vijftien landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden 64 startplaatsen in de vier disciplines in.
Voor België nam Christine Van der Putte voor de derde maal deel in het vrouwentoernooi.
Voor Nederland nam Wouter Toledo voor de zesde keer deel in het mannentoernooi, Sjoukje Dijkstra voor de negende keer deel in het vrouwentoernooi en bij het ijsdansen debuteerden Jopie Wolf / Nico Wolf.
(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen over de disciplines.)
Medailleverdeling
Bij de mannen prolongeerde Alain Calmat de Europese titel, het was zijn derde titel op rij en zijn vijfde medaille, in 1958 werd hij derde en in 1961 tweede. Manfred Schnelldorfer op de tweede plaats veroverde ook zijn vijfde medaille, van 1960-1962 werd hij derde en in 1963 ook tweede. Voormalig Europees kampioen (1958, 1959) Karol Divín eindigde dit jaar op de derde plaats, het was zijn achtste medaille, van 1954-1956 eindigde hij op de derde plaats en in 1957 en 1962 werd hij tweede.
Bij de vrouwen stonden voor de derde keer dezelfde drie vrouwen op het erepodium als het jaar ervoor. In 1937-1938 en 1951-1952 gebeurde dit eerder. Sjoukje Dijkstra prolongeerde de Europese titel, het was haar vijfde titel oprij en haar zesde medaille, in 1959 werd ze tweede. Regine Heitzer op plaats twee eindigde voor het vijfde opeenvolgende jaar op het erepodium, van 1960-1962 werd ze tweede en in 1963 derde. Nicole Hassler op plaats drie veroverde haar tweede EK medaille, in 1963 werd ze tweede.
Bij de paren was het erepodium een kopie van het vorige jaar. Het was de tweede keer dat dit gebeurde, in 1939 vond dit eerder plaats. Marika Kilius / Hans-Jürgen Bäumler veroverden voor de zesde opeenvolgende keer de Europese titel, het was ook hun zesde medaille gezamenlijk. Voor Kilius was het haar negende medaille, van 1955-1957 werd ze met Franz Ningel derde. Het Sovjet paar Ludmila Belousova / Oleg Protopopov op de tweede plaats veroverden hun derde EK medaille, in 1962 werden ze ook tweede. Het duo op plaats drie, Tatjana Zjoek / Alexander Gavrilov, veroverden hun tweede EK medaille.
Bij het ijsdansen werden Eva Romanová / Pavel Roman het zevende paar die de Europees titel wonnen en het tweede niet-Britse paar. Het was hun derde medaille, in 1962 werden ze derde en in 1963 tweede. Op de tweede positie stonden Janet Sawbridge / David Hickinbottom voor de tweede keer op het erepodium, in 1963 werden ze derde. Het debuterende paar Yvonne Suddick / Roger Kennerson veroverden de derde plaats.
Uitslagen
Mannen
Er deden zeventien mannen uit elf landen mee. De meeste deelnames stond dit jaar achter de drie mannen op het erepodium. De Europees kampioen Alain Calmat nam voor de elfde keer deel, hij was de eerste kunstschaatser (man/vrouw) die dit aantal deelnames realiseerde. Manfred Schnelldorfer nam voor de tiende keer deel en Karol Divín voor de negende keer.
|
Vrouwen
Er deden 21 vrouwen uit dertien landen mee. De meeste deelnames stond dit jaar achter Europees kampioene Sjoukje Dijkstra, die dit jaar voor de negende keer deelnam, en Diana Carol Clifton-Peach, die voor de achtste keer deelnam.
|
Paren
Er deden dertien paren uit zes landen mee. De meeste deelnames stond dit jaar achter Marika Kilius, zij nam voor de tiende keer deel aan het EK (3× met Franz Ningel en 7× met Hans-Jürgen Bäumler). Micheline Joubert nam in 1963 bij de vrouwen deel en Alain Trouillet in 1962 bij de mannen, dit jaar namen ze als paar deel aan het EK. Het Zwitserse paar Monique Mathys / Yves Aellig nam dit jaar bij de paren en het ijsdansen deel.
|
IJsdansen
Er deden twaalf paren uit zeven landen mee. De meeste deelnames stond dit jaar achter de Europees kampioenen die dit jaar voor de zesde keer aan de EK deelnamen. In 1963 nam Ghislaine Houdas deel met Francis Gamichon en dit jaar met haar nieuwe ijsdanspartner Pierre Brun die van 1960-1963 met Armelle Flichy schaatste. Francis Gamichon nam dit jaar met zijn nieuwe ijsdanspartner Brigitte Martin deel.
|
Bronnen, noten en/of referenties