Eerste Kamerverkiezingen 1946

Eerste Kamerverkiezingen 1946
Datum 12 juli 1946
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 50
Opvolging verkiezingen
1937     1948
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen 1946 waren Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 12 juli 1946.

De verkiezingen waren noodzakelijk geworden vanwege de ontbinding van de Eerste Kamer omdat de zittingstermijn van de Kamer verlopen was.[1] Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die op 29 mei 1946 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - in vier kiesgroepen[2] een geheel nieuwe Eerste Kamer.

De door de leden van Provinciale Staten uitgebrachte stemmen hadden niet alle dezelfde waarde; zij werden gewogen aan de hand van de bevolkingscijfers van de provincies. Bij deze verkiezingen was de volgende stemwaardetabel van toepassing[3]:

Gr F D O Ge U NH ZH Ze NB L
98 91 76 133 161 128 220 264 60 179 149

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij Zetels +/− Zetelverdeling naar kiesgroep[2]
1937[4] 1946 I[5] II[6] III[7] IV[8]
Roomsch-Katholieke Staatspartij[9] 16 -
Katholieke Volkspartij[9] - 17
subtotaal 16 17 +1  9 3 2 3 (+1)
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij[10] 12/14 -
Vrijzinnig-Democratische Bond[10]  2 -
Partij van de Arbeid[10] - 14
subtotaal 14/16 14 −2   2 (+1) 4 4 (−1) 4 (−2)
Anti-Revolutionaire Partij  7  7 0 1 2 2 2
Christelijk-Historische Unie 6/5  5 0 1 2 1 1
Communistische Partij van Nederland -/1  4 +3   0 1 (+1) 2 (+1) 1 (+1)
Vrijheidsbond[11][12]  3 -
Partij van de Vrijheid[12]  -/1  3
subtotaal  3/4  3 −1   0 1 (−1) 1 1
onafhankelijk   0/3/1 - −1   - (−1) - - -
Nationaal-Socialistische Beweging[13] 4/0 - - - - - -
Totaal 50 50 0 13 13 12 12

Gekozenen

Bij deze verkiezingen waren alle 50 leden aftredend, van wie 25 herkozen werden.

Gerardus Huysmans, gekozen op de lijst van de KVP in kiesgroep I, nam zijn benoeming niet aan omdat hij op 3 juli 1946 benoemd werd als bewindspersoon in het kabinet-Beel I. In zijn plaats werd Harry van Lieshout benoemd verklaard.