Eerste Kamerverkiezingen 1919
|
Datum
|
8 juli 1919
|
Land
|
Nederland
|
Te verdelen zetels
|
17 (33 leden waren niet-aftredend)
|
Opvolging verkiezingen
|
|
|
De Eerste Kamerverkiezingen 1919 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 8 juli 1919.
De verkiezingen werden gehouden voor een derde deel van de zittende leden van de Eerste Kamer van wie de zittingstermijn na negen jaar afliep. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die tussen 31 maart en 10 april 1919 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - in tien[1] kiesgroepen naar provincie[2] zeventien nieuwe leden.
De uitslag van de verkiezingen was als volgt:
Gekozenen
Bij deze verkiezingen waren zeventien leden aftredend, van wie vijftien herkozen werden. De stemmingen voor de overige vacatures hadden de volgende resultaten:
De zittingsperiode van de Eerste Kamer ging in op 17 september 1919. De zittingstermijn van de gekozen Kamerleden bedroeg negen jaar.[6][7]
Bronnen
Noten
- ↑ In Zeeland waren geen aftredende Kamerleden.
- ↑ a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
- ↑ Een wijziging van het aantal zetels van een partij is ontstaan door tussentijdse verkiezingen als gevolg van aftreden en overlijden gedurende de zittingsperiode 1917-1919.
- ↑ Aftredend in 1919 vanwege het bereiken van het einde van de negenjarige zittingstermijn.
- ↑ Gekozen c.q. herkozen bij de verkiezingen in 1919.
- ↑ Om de drie jaar was een derde deel van de Kamerleden aftredend.
- ↑ Door de tussentijdse ontbinding van de Eerste Kamer in 1922 traden alle leden af op 24 juli 1922.