De VDB is opgericht in 1901 en in 1946 opgegaan in de PvdA.
Geschiedenis
Ontstaan en eerste periode (1901-1918)
Progressieve liberalen splitsen zich in 1892 op initiatief van de kiesvereniging (lokale afdeling) Amsterdam van de Liberale Unie af en vormen de Radicale Bond. De Radicale Bond wordt geleid door Willem Treub. De partij staat voor een verregaande uitbreiding van het kiesrecht en van de sociale wetgeving. Zij is sterk beïnvloed door het kathedersocialisme.
In 1901 legt het bestuur van de Liberale Unie aan de partijvergadering voor om al haar kamerkandidaten te binden aan het algemeen kiesrecht. Nadat de partijvergadering deze binding afwijst, treden het partijbestuur, delen van de kamerfractie en een deel van de kiesverenigingen uit de partij. Zij verbinden zich met de Radicale Bond en fuseren tot de Vrijzinnig-Democratische Bond.
De nieuwe partij noemt zich niet liberaal, maar neemt wel feitelijk de plaats van een progressief-liberale partij in.
De partij streeft naar hervorming van het ontstane kapitalisme en - onder leiding van Aletta Jacobs - naar vrouwenkiesrecht. Met geestverwanten uit de Liberale Unie legt de partij de grondslag voor het stelsel van sociale zekerheid.
Na de verkiezingen van 1913, die door de liberale partijen worden gewonnen, tracht partijleider Dirk Bos een coalitie met de sociaaldemocraten (SDAP) te vormen. Deze poging mislukt en de VDB treedt toe tot een liberale minderheidsregering. Doel is invoering van het algemeen kiesrecht en het staatspensioen. Na een regeling met de confessionele partijen wordt een grondwetshervorming gerealiseerd. Het nieuwe kiesstelsel, gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, leidt tot een kleinere rol voor de VDB en de andere liberale partijen.
Wel slaagt de partij er in 1919 in het vrouwenkiesrecht door het parlement te krijgen. Hiertoe dient Henri Marchant, die de in 1916 overleden Dirk Bos opvolgde als fractievoorzitter en politiek leider, op 15 mei 1919 een initiatief-wetsontwerp in.
Interbellum (1919-1940)
In het gehele interbellum blijft de VDB een kleine partij. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog keert de partij zich fel tegen het nationaalsocialisme, maar ook tegen de toenemende maatschappelijke invloed van de rooms-katholieke zuil. Nadat Henri Marchants geheimgehouden bekering tot het katholicisme in 1934 openbaar werd, werd hij uit de VDB gestoten. De partij werd, evenals de overige democratische en antidemocratische politieke partijen en bewegingen met uitzondering van de NSB, in 1941 verboden door de Duitse bezetter.
Het vrijzinnig-democratisch gedachtegoed blijft politici van zowel de PvdA als de VVD inspireren. Velen van de in 1966 opgerichte partij Democraten 66 beschouwen deze partij als herleving van de VDB.