Zomer - Keizer Otto II ("de Rode") benoemt zijn neef Karel, de onwettige zoon van wijlen koning Lodewijk IV ("van Overzee"), tot hertog van Neder-Lotharingen. Koning Lotharius III (II), beschouwt het hertogdom als zijn eigen grondgebied en verklaart de oorlog aan het Heilige Roomse Rijk. Ondertussen onderdrukt het Duitse leger van Otto een opstand in Beieren en verovert de stad Passau.[1]
Zomer - Boris II, heerser (tsaar) van het Bulgaarse Rijk, en zijn jongere broer Roman slagen erin te ontsnappen uit gevangenschap in Constantinopel. Ze bereiken de Bulgaarse grens, maar Boris wordt per ongeluk door de grenswachten vermoord. Roman wordt in Preslav gekroond tot de nieuwe heerser, hoewel de leiding en de controle over het leger in handen blijven van zijn neef Samuel.[2]
↑Reuter, Timothy (1999). The New Cambridge Medieval History, Volume III, p. 388. ISBN 978-0-521-36447-8.
↑Fine, John V.A. Jr. (1991). The Early Medieval Balkans: A Critical Survey from the Sixth to the Late Twelfth Century, p. 189. University of Michigan Press. ISBN 0-472-08149-7.
↑Halperin, Charles J. (2022). The Rise and Demise of the Myth of the Rus' Land, p. 107. Leeds: Arc Humanities Press. ISBN 9781802700114.
↑Beckwith, John (1964). Early Medieval Art: Carolingian, Ottonian and Romanesque. Thames & Hudson. ISBN 050020019X.