Van Zeggelen was van eenvoudige, katholieke afkomst. Hij noemde zichzelf een "zoon van het volk". Zijn ouders waren Wilhelmus van Seggellen en Marie Catharina Rietstap. Na eerst als klerk op een advocatenkantoor te hebben gewerkt, kwam hij in de jaren 30 als leerjongen op de drukkerij van de gebroeders Giunta d'Albani in zijn geboortestad Den Haag. In 1848 werd hij vennoot van deze drukkerij.
In deze tijd hadden veel dichters, waaronder Nicolaas Beets en Johannes Kneppelhout, een serieuze, soms brommerige "preektoon". Van Zeggelen ging hier tegenin door een meer gewone spreektoon te gebruiken, in de stijl van vroegere blijspeldichters. Zijn eerste gedichten gaven nog blijk van veel bombast en sentimentaliteit. Deze werken zou hij later zelf betitelen als "misbaksels". In zijn latere werk gebruikte hij een meer komische toon.
Van Zeggelen huwde in totaal drie keer. In 1840 trouwde hij met Glaudianna Jacoba Maria Giunta d'Albani (overleden 14 augustus1845). Met haar had hij drie kinderen, van wie een dochtertje al vroeg was overleden. Nadat hij was overgegaan naar de Nederlandse Hervormde Kerk, trouwde hij in 1848 met Marie Loosjes, met wie hij meer kinderen had. Hij verloor echter kort na elkaar drie volwassen kinderen en zijn echtgenote. In 1867 trouwde hij met Constance Henriette Mastenbroek, met wie hij nog twee kinderen had.
Werken
Gedichte verhalen
1838: Pieter Spa's reize naar Londen: ter gelegenheid van het krooningsfeest van Koningin Victoria
1839: De groote beer
1840: De sermoenen van Pater Brom
1840: De valkenvangst op de Noorweegsche kust
1842: Uitstapje van Pieter Spa naar Amsterdam, ter gelegenheid van de inhuldiging van Koning Willem II
1843: Eene avondpartij
1856: Koen Verklat en zijn gezelschap, een uitstapje naar de wereldtentoonstelling te Parijs
Dichtbundels
1846: Lach en luim: losse dichtstukken
1851: Kijkjes in het leven
1853: Vrolijke schetsen
1855: Hoofd en hart. Dichtluimen
1858: Costerliedjes: Souvenir Aan Haarlems Julijfeesten In 1856
Een lied van zijn hand (getoonzet door Richard Hol en W.H. de Groot Wz.) werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee. De eerste regels luiden: 'Daar loopt door 't gehucht een wonder gerucht' (met de titel: Het boerinnetje.