In de communistische samenleving ontworpen door Weitling waren alle goederen en productiemiddelen het eigendom van de overheid, waarbij de geproduceerde goederen zouden verdeeld worden naar ieders behoefte. De regering zou gevormd worden door drie wetenschappers die uitblonken bij examens en prijsvragen. Het drietal bestaat uit een dokter of medische wetenschapper die veel verstand heeft van filosofie, een natuurkundige en een werktuigbouwkundige. Er bestaan geen vaste regeerperiodes. Een senaat stelt verschillende wetenschappelijke opdrachten op waarmee vastgesteld wordt of dat de drie regerende wetenschappers nog geschikt zijn voor hun baan. In navolging van Blanqui was Weitling van mening dat het communisme door een staatsgreep ingevoerd moest worden. Weitling pleitte voor een bondgenootschap tussen communisten en een “leger van 40.000 dieven”.[2][3]
In navolging van Cabet haalde Weitling inspiratie uit de gemeenschap van de eerste christenen beschreven in het BijbelboekHandelingen van de Apostelen. Volgens Weitling was Jezus lid van een communistische bond van Essenen die pleitte voor gemeenschappelijke eigendom van goederen.[2][4]
Bibliografie
De mensheid zoals zij is en zoals zij behoord te zijn (1838)