Wevers en verwanten (Ploceidae) zijn een familie van vogels uit de orde van de zangvogels (Passeriformes).[1] Tot deze familie behoren de wevervogels en de widavinken. Ze danken hun naam aan de opvallende geweven structuur van hun nesten.
Kenmerken
Wevervogels zijn tussen de 8 en 24 centimeter lang. In de broedtijd zijn de mannetjes vaak opvallend gekleurd, meestal in geel en zwart, maar ook grijs, wit en zwart. De vrouwtjes blijven onopvallend van kleur. Wevervogels hebben een relatief korte, dikke snavel en afgeronde vleugels.
Leefwijze
Ze leven van granen, zaden, vruchten en insecten.
Verspreiding en leefgebied
Deze vogels komen voornamelijk voor in Afrika op de savannes, sommige zijn bosbewoners.
Soms komen ze voor in enorme groepen, bijvoorbeeld de roodkopwever (Quelea Quelea) vormt groepen tot wel 100.000 exemplaren. Deze groepen kunnen honderden kilometers ver weg trekken op zoek naar voedsel. Ze komen vaak voor in de buurt van menselijke bewoning.
Voortplanting
Vele soorten wevervogels broeden in kolonies. Deze kolonies kunnen tot duizenden vogels bevatten, waarbij de nesten in de boomkronen dicht opeen hangen (zie plaatjes). Sommige zijn broedparasieten, die hun eieren leggen in de nesten van andere vogels. De meeste wevers vlechten een overdekt nest van plantenvezels, soms met een lange, buisvormige ingang.