Het toernooi werd gespeeld volgens een knock-outformule. Begonnen werd met 128 deelnemers. Deze speelden minimatches van twee partijen. Als deze in 1-1 eindigden werd een tie-break gespeeld. Deze bestond uit twee rapidpartijen en als dan nog geen beslissing was gevallen twee snelschaakpartijen. Was de stand daarna nog gelijk dan werd de match beslist met een sudden death-partij.
In de halve finale werden matches van vier partijen gespeeld, in de finale matches van zes partijen, met dezelfde tie-breakregels als de andere rondes.
Het was de vijfde en laatste keer dat de strijd om het wereldkampioenschap op deze wijze werd verspeeld. Latere toernooien volgens deze formule heetten de FIDE World Cup en dienden als een kwalificatietoernooi voor een volgende ronde in het wereldkampioenschap.
Controverse
De keuze van de FIDE voor Libië was controversieel. De leider van Libië, Moammar al-Qadhafi, werd ervan verdacht diverse terroristische organisaties te steunen en diens regime had een dubieuze reputatie op het gebied van de mensenrechten. Bovendien was het land niet toegankelijk voor personen met de Israëlische nationaliteit, terwijl er wel een aantal potentiële deelnemers uit dat land kwamen. Uiteindelijk leverde dat geen probleem op omdat er geen Israëli's meededen.