Vingerkootjes[1] zijn kleine stukjes bot. Ze bevinden zich, zoals de naam al aangeeft, in de vingers en geven stevigheid hieraan. Daarnaast hechten strek- en buigpezen zich eraan.
De vingerkootjes zijn het uiteinde van de handen. In het Latijn worden deze phalanges (Nederlands: falangen[2]) genoemd.
Anatomisch gezien bestaan de vingers uit drie soorten falangen: