De Orde van de Ursulinen (Latijn: Ordo Sanctae Ursulae; O.S.U.) is een katholieke vrouwelijke kloosterorde die in 1535 door Angela Merici (1474-1540) te Brescia werd gesticht en als beschermheilige Ursula van Keulen kreeg. De stichting van de orde werd door de bisschop van Brescia in 1536 goedgekeurd en vervolgens ook door paus Paulus III (1468-1549) met de bul Regimini Universalis Ecclesiae van 9 juni 1544. Paus Leo XIII (1878-1903) verzocht een groot aantal ursulinenkloosters zich aaneen te sluiten. Daaruit ontstond de naam "Ursulinen van de Romeinse Unie". De vele vertakkingen van de orde van ursulinen dragen de verzamelnaam "Dochters van Sint Angela", en telden anno 2005 wereldwijd circa 13.000 leden in totaal.
Geschiedenis
Na de dood van de stichteres verspreidde de "Compagnie van de heilige Ursula" zich snel. De ursulinen vestigden zich vanuit Italië in Frankrijk, Duitsland, België, Nederland en Zwitserland. In 1612 werden de ursulinen, die zich aan het opvoeden en onderwijzen van meisjes wijdde en vanaf 1645 scholen stichtte, tot orde verheven, in eerste instantie onder de naam "Dochters van Sint Angela". Deze overkoepelende naam dragen de wereldwijde vertakkingen nog steeds.
Sedert 1855 waren ursulinen ook actief in de missie in Nederlands-Indië. Ze waren er de eerste vrouwelijke religieuzen, in 1859 gevolgd door de Jezuïeten, de eerste mannelijke religieuzen aldaar. In de 19e eeuw slaagden zes zusters en een moeder-overste erin om in Batavia in de wijk Noordwijk een school op te richten, het Groote Klooster. In de 19e en 20e eeuw zijn er kloosters voortgekomen vanuit Noordwijk, achtereenvolgens in 1859 Weltevreden (ook Postweg, Kleine Klooster of Djakarta Djalan Pos genoemd), in 1863 in Soerabaja (Kepadjan), in 1902 in Buitenzorg, in 1906/1907 Bandoeng (Merdeka) en in 1927 Batavia-Theresia in Soerabaja. In 1908 waren in Nederlands-Indië 90 zusters ursulinen werkzaam. Vanuit het klooster in Soerabaja kwamen weer drie nieuwe stichtingen voort: in 1900 in Malang, in 1914 in Madioen, en Soerabaya-Darmo in 1922. Ook uit de stichtingen in Bandoeng en Weltevreden zijn weer nieuwe stichtingen voortgekomen.
De congregatie van Ursulinen van de Romeinse Unie telde in 2005 nog 2312 leden. In december 2023 waren dat er 1396. In 1986 verlieten de zusters het klooster in Nijmegen. Het Odaklooster in Venray werd april 2023 definitief gesloten.[1] Per november dat jaar startte de verkoop van in totaal 13 woningen die in dat klooster via het project "Steenvlinder" werden gerealiseerd.[2] Het Ursulinenklooster de Bisweide te Grubbenvorst werd een zorgcentrum voor zusters ursulinen. In 2000 werd dit zorgcentrum ook opengesteld voor oudere inwoners in de omgeving van Grubbenvorst. In 2005 telde de congregatie van Ursulinen van de Romeinse Unie 2312 leden.
Philippe Annaert, Les collèges au féminin. Les Ursulines. Enseignement et vie consacrée aux XVIIe et XVIIIe siècles, 1992, ISBN 2930021020
Philippe Annaert, Vie religieuse féminine et éducation entre Somme et Rhin. Les ursulines et leurs collèges aux XVIIe et XVIIIe siècles, onuitgegeven doctoraatsthesis, Université Catholique de Louvain, 1990
Philippe Annaert, "Une œuvre d’éducation sous l'ancien régime. Les ursulines dans les Pays-Bas aux XVIIe et XVIIIe siècles", in: La critique historique à l'épreuve. Liber discipulorum Jacques Paquet, 1989, p. 175-186
Constant Van De Wiel, "Ursulinenkloosters in het oude aartsbisdom Mechelen (1665-1798)", in: Ons Geestelijk Erf, vol. 59, 1985, p. 574-586
Kristien Suenens, Eén man, duizend vrouwen. De ursulinen van Tildonk, in: Koorts, erfgoedmagazine van KADOC, 2020, nr. 1.²