Catharina de' Medici, die het Tuilerieënpaleis liet bouwen, heeft de tuinen in 1553 in een Italiaanse stijl laten aanleggen met onder meer prachtige fonteinen.
In 1664 werden de tuinen in opdracht van Colbert door de tuinarchitect André le Nôtre verfraaid met onder meer een brede laan en geometrische bloemperken.
Sinds de afbraak van het Tuilerieënpaleis (1883) sluit het park aan met de tuin rond de Arc de Triomphe du Carrousel, de triomfboog die Napoleon I in 1808 liet oprichten.
Het ontwerp komt neer op een strakke formele tuin met een waaierpatroon van twaalf radiaal verlopende hagen en verhoogde groene kamers aan beide zijden van de triomfboog. Deze hagen zijn geplaatst in een verzonken tuin die beschermd wordt tegen het drukke verkeer en lawaai van Parijs. De hagen omkaderen de kleine triomfboog als een poort naar de Jardin des Tuileries.[1]
Musée de l'Orangerie en het Jeu de Paume
Aan de afsluiting van de tuinen met de Place de la Concorde zijn er twee musea aangelegd. Aan de kant van de Seine vind je het Musée de l'Orangerie met onder andere werken van de Waterlelies van Claude Monet en beelden van Rodin en aan de Rue de Rivoli ligt de Jeu de Paume.
Galerij
De Tuilerieën en het Louvre
De Tuilerieën eind 17e eeuw met op de achtergrond het gelijknamige paleis en rechts de Seine
De Tuilerieën in de 19e eeuw
Napoleons Arc de Triomphe du Carrousel met op het einde de piramide van het Louvre
Bassin Octogonal en Fer à Cheval in het Jardin des Tuileries