Een toverstaf is een stok of staf om rituele handelingen mee uit te voeren.
De toverstaf als ritueel instrument
Het voorwerp wordt gebruikt als religieus instrument bij rituelen in de wicca en door (sjamanen van) verschillende stammen en volkeren verspreid over de hele wereld.
Een van de volkeren die een toverstaf hanteren zijn de Batak, bij wie twee vormen kunnen worden onderscheiden: de lange tunggal panaluan die rijk versierd is en de korte, eenvoudige tunggal malehat.[1] De toverstaf is het belangrijkste attribuut van een datu (priester/sjamaan bij de Batak), maar niet zijn eigendom. De toverstaf wordt gebruikt bij rituelen die de hele gemeenschap aangaan.[2][3]
Het Oudnoordse vǫlva betekent "spinrok (of toverstaf) dragend" of "draagster van een (magische) staf, zie ook Völva.
In de Bijbel wordt gesproken over de staf van Mozes. God laat deze staf in een slang veranderen en vervolgens weer in een staf om het volk van Israël te overtuigen dat ze Mozes moeten volgen.
Bij shinto-rituelen wordt de Onusa gebruikt, deze toverstaf wordt met papier (in zigzag-vorm) overdekt. Als de papiertjes aan een hexagonaal of octogonaal wordt bevestigd, noemt men dit haraegushi (祓串). Het wordt naar links en rechts bewogen tijdens reinigingsrituelen. Een Onusa lijkt op een Hataki, maar de laatste is een schoonmaakmiddel (vergelijkbaar met de plumeau).
Afbeeldingen
Portret van een Batak datu met een wichelboek en toverstaven