Een magiër, of tovenaar, is iemand die magie gebruikt: iemand die beweert te beschikken over bovennatuurlijke krachten en deze te kunnen beheersen. Soms wordt er ook geestenbezweerder of heks mee bedoeld.[1] De vrouwelijke vorm is tovenares of toveres.
Etymologie
Het woord magiër is afkomstig van magi (Chaldeeuwsmag), de naam die de Grieken gaven aan de priesters van het Zoroastrisme. Mogelijk is het woord ook verwant met maghdim, een Chaldeeuwse term die 'wijsheid' en 'filosofie' betekent.[2] Ook moderne illusionisten noemen zich soms magiër.
Het concept van de magische wil
Daar waar de religieuze of de mysticus voor het bereiken van andere niveaus van bewustzijn overgeleverd is aan de genade van God, zal de magiër dit met zijn eigen wil nastreven. Door middel van visualisering, rituelen en magische procedures zoekt hij contact met doden, demonen, goden of veronderstelde natuurkrachten. Hierbij wordt er bijvoorbeeld van uitgegaan dat de naam van een god de essentie van die god bevat. Door die naam te zeggen, verwerft hij er ook controle over. Een voorbeeld van dit idee vindt men bij de Order of the Golden Dawn waar de magiër ernaar streeft de paden van de kabbalistische levensboom af te reizen en zijn bewustzijn naar hogere sferen te leiden.
Hoewel de afbakening van het begrip vaag blijft, onderscheiden antropologen magie doorgaans ook van hekserij. Het eerste zien ze als de manipulatie van een externe kracht met mechanische of andere middelen, en het tweede als een inherente persoonlijke kwaliteit die het de heks mogelijk maakt om hetzelfde doel te bereiken.[3]
Historische figuren
In de loop van de geschiedenis beriepen velen zich op het bezit van geheime kennis en occulte technieken die hen in staat zouden stellen tot bovennatuurlijke ingrepen. Mogelijk het oudste 'bewaarde geheim' zou dat van het maken van vuur kunnen zijn, een kennis die de prehistorische mens macht over anderen gaf die dit geheim niet kenden.[4][5]
Magiërs en tovenaars verhouden zich dus tegenover elkaar als priesters tegen filosofen. Beiden houden zich met hetzelfde bezig, maar de ene op basis van een geloof, de andere op basis van een aan te leren systeem. Deze gedachte wordt vooral door gelovigen gebezigd; antropologisch wordt er op verschillende manieren naar de begrippen gekeken.
Zonder magische krachten is een tovenaar eerder een goochelaar die gebruikmaakt van oorzakelijkheid, een echte tovenaar heeft geen behoefte aan publiek. Een tovenaar maakt gebruik van zijn gedachten, hij hoeft geen technologie te gebruiken. Toch hebben magiërs vaak veel kennis over chemische of natuurkundige processen en gebruiken deze kennis in de geneeskunst of het brouwen van explosieve mengsels.
In vele mythologieën spelen magiërs of tovenaars een rol. Een voorbeeld van een tovenares is een goede fee of een heks.