Karl Prantl kreeg in 1958, tijdens zijn werk aan een grenssteen aan de Oostenrijks-Hongaarse grens en de positieve ervaring die dit werken in de natuur hem gaf, het idee gemeenschappelijk met andere beeldhouwers een beeldhouwersymposium te houden. Nog in hetzelfde jaar organiseerde hij een in 1959 in de Römersteinbruch bij Sankt Margarethen im Burgenland te houden eerste "Symposion Europäischer Bildhauer". Gedurende 3 maanden schiepen Prantl en elf kunstenaars, uit acht landen afkomstig, beeldhouwwerken, die ook ter plekke werden tentoongesteld. Zoals Prantl sindsdien geldt als de initiator en vader van de symposiumgedachte, wordt dit symposium gezien als het startpunt voor de talrijke beeldhouwersymposia die in Europa, Amerika en Azië nog zouden volgen.
In 1961/1963 vond het symposium met 18 deelnemers plaats in het Tiergartenpark in Berlijn, als onmiddellijke reactie op en demonstratie tegen de bouw van de Berlijnse Muur in 1961, daarom ook wel het Mauer Symposion genoemd. Het symposium ontving in 1963 de Deutschen Kritikerpreis, maar kreeg overigens weinig erkenning en vooral weinig ondersteuning van de autoriteiten. In 1968 kreeg het symposium op het werk/tentoonstellingsterrein, de Symposionhügel een eigen onderkomen in een door de Oostenrijkse architect Johann Georg Gsted tussen 1962 en 1968 omgebouwde en gerestaureerde voormalige ruïne.
Prantl ontving zelf de Großer Österreichischer Staatspreis 2008, maar zei hier zelf over, dat hij de prijsuitreiking met gemengde gevoelens tegemoet zag.[1]
Katharina Prantl: Gehen über den Hügel von St. Margarethen von Stein zu Stein, Verlag Passagen (2004) ISBN 978-3-85165-657-2
Louis Niebuhr: Europäisches Bildhauersymposion. Formen für Europa - Formen aus Stein: Miguel Ausili, Italië; Ioanna Filippidu, Griekenland; Janez Lenassi, Slovenië; Jiri Seifert, Tsjechië; Werner Stötzer, Duitsland; Louis Niebuhr, Duitsland, Syke 1991
Jutta Birgit Wortmann: Bildhauersymposien: Entstehung - Entwicklung - Wandlung, Frankfurt am Main (2006) ISBN 3-631-55273-4
Fotogalerij
bijdrage van Eugène Dodeigne (1959)
bijdrage van Herbert Baumann (1960)
bijdrage van Karl Prantl (1963)
bijdrage van Rolf Jörres (1964) - thans in Pöttsching