Er bestonden in Oostenrijk-Hongarije in de negentiende eeuw bestonden al verschillende sociaaldemocratische partijen. Deze werden in 1889 verenigd in de Sozialdemokratische Arbeiterpartei Österreichs SDAPÖ. De SDAPÖ was al een succesvolle partij in Oostenrijk-Hongarije, toen het land nog een monarchie was. De eerste partijvoorzitter was Viktor Adler, een vrij gematigde socialist. Net als andere socialistische leiders in Europa streed hij voor algemeen kiesrecht, en op 28 november 1905 wist hij Wenen lam te leggen met een algemene staking voor dat doel. En met succes.
Bij de eerste verkiezingen met algemeen stemrecht in 1907 werd de SDAPÖ de op een na grootste partij in de rijksraad en in 1911 de grootste partij. Tijdens de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog steunde de SDAPÖ in grote mate de regering van Oostenrijk-Hongarije onder Karl von Stürgkh.
De steun aan de regering verminderde naarmate de oorlog langer ging duren dan gedacht. De radicale vleugel begon zich te roeren en in oktober 1916 werd Von Stürgkh, de premier van Oostenrijk, door Friedrich Adler, zoon van Viktor Adler, vermoord. De gematigden onder Karl Renner bleven de regering nog beperkt steunen, doch de radicalere factie onder Otto Bauer nam een pacifistisch standpunt in. Zowel op advies van de SDAPÖ als op advies van de Christelijk-Sociale Partij werd in november 1918 de republiek uitgeroepen. Er werd een coalitieregering gevormd onder de SDAPÖ'er Karl Renner, waar zowel de sociaaldemocraten als de christelijk-socialen deel van uitmaakten.
Het leek er in het voorjaar van 1919 op dat de radicale elementen binnen de SDAPÖ en de Communistische Partij van Oostenrijk probeerden de nieuwe regering omver te werpen en een radenrepubliek, een socialistische republiek, te stichten. Loyale regeringstroepen, socialistische gardes en vrijkorpsen verijdelden deze poging.
De SDAPÖ werd in 1919 werd na de verkiezingen de grootste fractie binnen de Nationale Raad. De coalitie onder Renner werd voortgezet, doch viel in 1920 na interne conflicten. De regering zou pas na 1945 weer door een socialist worden geleid. De stad Wenen bleef echter een door de SDAPÖ bestuurde stad.
De SPÖ richtte in 1924 een paramilitaire afdeling op, de Republikanischer Schutzbund. Dit was toen in Oostenrijk gebruikelijk, iedere grotere partij had zijn eigen partijmilitie. De partij aanvaardde in 1926 het Linzer Programm, het Programma van Linz, van partijleider Otto Bauer. In het programma werd opgeroepen tot nationalisering van particulier eigendom, hervormingen en de verdediging van de republiek.
Engelbert Dollfuss kwam in 1932 aan de macht. Hij was een lid van de Christelijk-Sociale Partij CSP. Dollfuss was fel tegen de SDAPÖ, verbood de partij in 1934 en maakte van Oostenrijk een eenpartijstaat met alleen het Vaderlands Front. Er brak een korte, doch heftige burgeroorlog tussen de sociaaldemocratische milities en de regeringstroepen en de door hen gesteunde Heimwehr uit, die in het voordeel van de regering werd beslecht.
De SPÖ na de Tweede Wereldoorlog
De sociaaldemocraten hadden zich niet tegen de Anschluss verzet, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog traden er sociaaldemocratische verzetsgroepjes tegen de Duitsers op.
De socialistische partij werd op 14 april1945 onder de naam Sozialistische Partei Österreichs SPÖ heropgericht. Adolf Schärf werd de eerste bondsvoorzitter van de SPÖ. Na de oorlog werd Karl Renner opnieuw bondskanselier. Hij stond aan het hoofd van een coalitieregering met de Oostenrijkse Volkspartij ÖVP, de vroegere CSP. Hij maakte in december 1945 al plaats voor de ÖVP'er Leopold Figl, die de coalitie voortzette.
De SPÖ was in de jaren vijftig en de jaren zestig net als andere sociaaldemocratische partijen in West- en Midden-Europa een typische pro-westerse partij. De SPÖ deed van 1966 tot 1970 niet aan de regeringsdeelname mee en schoof de naar links op. Bondsvoorzitter Bruno Kreisky werd in 1970 bondskanselier. De SPÖ regeerde van 1971 tot 1983 met een absolute meerderheid, van 1983 tot 1986 samen met de FPÖ en van 1986 tot 1999 was de ÖVP de regeringspartner.
De linkse koers van de SPÖ maakte eind jaren tachtig plaats voor een centrumlinkse koers. De naam werd in 1991 veranderd in Sozialdemokratische Partei Österreichs SPÖ.
De 21e eeuw
Jörg Haider kwam met de FPÖ bij de parlementsverkiezingen van 1999 als grote winnaar uit de bus. Hoewel de Sozialdemokratische Partei Österreichs de grootste partij bleef, vormden de ÖVP en de FPÖ een regering. De SPÖ kwam daardoor in de oppositiebanken terecht. Alfred Gusenbauer werd in 2000 tot bondsvoorzitter van de SPÖ gekozen. De regering van de ÖVP en de FPÖ kwam in 2002 ten val, maar bij de verkiezingen bleef de ÖVP de grootste en kwam er opnieuw een regering met de FPÖ. De SPÖ boekte echter wel winst. Er was in het parlement maar vijf zetels verschil tussen de ÖVP-FPÖ en de SPÖ. De SPÖ haalde bij de parlementsverkiezingen van 2006[1] een verrassende verkiezingszege, ondanks het recente vakbondsschandaal waarin de BAWAG en ÖGB waren verwikkeld waren. Alfred Gusenbauer werd daardoor op 11 januari 2007 de nieuwe bondskanselier van een regering bestaande uit een coalitie van SPÖ en ÖVP. Deze regering viel in juli 2008 en in september van dat jaar vonden er nieuwe verkiezingen plaats. Werner Faymann, de nieuwe partijvoorzitter van de SPÖ, vormde een regering met de ÖVP en werd de nieuwe bondskanselier.
Faymann trad op 9 mei 2016 uit eigen beweging uit alle politieke functies terug, omdat hij naar eigen zeggen niet genoeg steun van zijn partij had voor het gevoerde beleid. De burgemeester van Wenen, Michael Häupl, nam voorlopig de leiding van de SPÖ over. President Fischer benoemde vice-kanselier Reinhold Mitterlehner van de ÖVP tot interim-kanselier. De SPÖ koos op 13 mei 2016 Christian Kern, de bestuursvoorzitter van de Oostenrijkse spoorwegmaatschappij ÖBB, als opvolger van Faymann. De landelijke SPÖ-afdelingen waren het op 12 mei daar al over eens geworden. Een andere kandidaat, Gerhard Zeiler, had zijn kandidatuur op diezelfde datum ingetrokken. Christian Kern werd op 17 mei 2016 als bondskanselier beëdigd en nam in juni van dat jaar het partijvoorzitterschap van de SPÖ van Michael Häupl over.
Bij de parlementsverkiezingen van 2017 bleef de SPÖ onder leiding van Kern stabiel op 52 zetels, maar dat was niet genoeg om de grootste te blijven. De partij werd door coalitiepartner ÖVP met 62 zetels voorbijgestreefd, die vervolgens een nieuwe regering met de FPÖ vormde. Kern werd op 18 december 2017 als bondskanselier door ÖVP-leider Sebastian Kurz opgevolgd, in september 2018 legde hij het voorzitterschap van de SPÖ neer en stelde zich namens de partij kandidaat voor de Europese Parlementsverkiezingen van 2019. Hij werd opgevolgd door Pamela Rendi-Wagner, waardoor de SPÖ voor het eerst in de geschiedenis door een vrouw wordt geleid.