Orde van Verdienste voor het Vaderland 2e graad, Orde van Verdienste voor het Vaderland 4e graad, Orde van de Rode Ster, Orde voor Persoonlijke Moed, Orde van de Eer, Medaille voor de 850e Verjaardag van Moskou, Alexander Nevski-Orde, Medal "For the Return of Crimea", Orde ter nagedachtenis aan Akhmad Kadyrov, Orde van Verdienste, 1e klas, Orde van Verdienste voor het Vaderland 3e graad, Orde van Verdienste voor het Vaderland 1e graad, Order of Military Merit, Jubilee Medal "70 Years of the Armed Forces of the USSR", Stolypin Medal, 2nd class, Medal "For Strengthening of Brotherhood in Arms", medaille voor toewijding bij het uitvoeren van technische taken, Medaille "Voor samenwerking met de FSB van Rusland", Kirgizische eremedaille, Medal for distinguished military service, 1st class, Medal "For Impeccable Service", 2nd class, Medal "For Impeccable Service", 3rd class, Dostyk Order of grade II, medal for distinguished military service, Stolypin Medal, Orde van Verdienste
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie bewerken.
Sergej Borisovitsj Ivanov (Russisch: Сергей Борисович Иванов) (Sint-Petersburg, 1 januari1953) was van 2001 tot 2016 een van de naaste medewerkers van president Vladimir Poetin.
Op 28 maart2001 werd hij door president Vladimir Poetin aangesteld als minister van Defensie, nadat Igor Sergejev was afgetreden. Op 14 november 2005 werd hij samen met Dmitri Medvedev benoemd tot eerste vicepremier met de verantwoordelijkheid over de veiligheidsdiensten. Op 15 februari2007 werd hij vervangen door Anatoli Serdjoekov als minister werd zijn functie als eerste vicepremier uitgebreid met extra verantwoordelijkheden.[1] Op 12 mei2008 werd hij herbenoemd tot vicepremier.
In december 2011 volgde hij Vladislav Soerkov op als stafchef van de Russische presidentiële administratie. Op 12 augustus 2016 meldde het Kremlin zijn ontslag, dat voor westerse waarnemers als een verrassing kwam.[2] Hij kreeg de onbelangrijke positie van minister van milieuzaken. Tot zijn opvolger werd de veel jongere Anton Vajno benoemd.