Toen ze in 1951 terugkeerde naar Israël werd ze samen met twee andere vrouwen; Ya'el Rom-Finkelstein en Ruth Bokbinder, toegelaten tot de vliegeropleiding van de Israëlische luchtmacht (IAF).[4] Levinson voltooide de training niet, maar haar civiele brevetten werden erkend en ze werd ingedeeld als sergeant,[5] later sergeant-majoor-vlieger diende bij 147 Squadron, een verkennings- en transportsquadron met lichte vliegtuigen zoals de Boeing-Stearman PT-13 'Kaydet'.[6] De eenheid werd geleid door kapitein Meir Shefer en had 25 vliegtuigen maar slechts 12 piloten, allen reservisten en civiele piloten.[7] Het squadron opereerde vanaf IAF vliegbasis bij Ekron. Tijdens de Suezcrisis in 1956, werd het overgeplaatst naar de basis bij Ramla.[6]
Levinson vloog ook op zweefvliegtuigen en nam deel aan zweefvliegwedstrijden.[3]
In 1964 ontving ze van de FAI het Paul Tissandier-diploma, dat wordt uitgereikt aan personen die de luchtvaart, met name de privé- en de sportluchtvaart, door hun werk, initiatief, toewijding of andere inspanningen bijzonder hebben gediend.[18]
Levinson-Adler bleef tot 1998 werken als civiele vlieginstructeur.
Daarnaast was ze actief in de The Ninety-Nines, een internationale non-profitorganisatie voor vrouwen in de luchtvaart.[19]
Rina Levinson, in de cockpit van een Fokker S.11 bezig met vluchtvoorbereidingen (1955)
Rina Levinson, een van de eerste Israëlische vrouwelijke piloten (1964)
Rina Levinson (l) met de Nederlandse ballonvaarster Nini Boesman (m) en Chileens politicus Hector Harmosilla bij de 57e FAI conferentie in Rehovot (Israël in 1964
Rina Levinson (m) met Amerikaans aviatrice Jacqueline Cochran (l) en Uri Michaeli (hoofd van de afdeling Civiele Luchtvaart bij het Israëlische Ministerie van Transport) bij de 57e FAI conferentie in Rehovot (Israël) in 1964