Resolutie 1023 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 22 november 1995 door de VN-Veiligheidsraad unaniem aangenomen.
Achtergrond
In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarden verschillende deelstaten zich onafhankelijk. Hierop namen de Servische minderheden in Kroatië en Bosnië en Herzegovina de wapens op, en namen grote delen van het grondgebied in. Eind 1995 zette Kroatië een groot offensief in, gevolgd door een Kroatisch-Bosnisch offensief, waarbij de Serviërs werden teruggedrongen en gedwongen het Verdrag van Dayton te accepteren.
Inhoud
De Veiligheidsraad:
- Herinnerde aan al haar voorgaande resoluties.
- Wil een onderhandelde oplossing voor de conflicten in ex-Joegoslavië.
- Bevestigt de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Kroatië, en benadrukt dat Oost-Slavonië, Baranja en Sirmium – gekend als sector oost – integraal tot Kroatië behoren.
- Bevestigt het belang van respect voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden in die gebieden.
- Looft de inspanningen van de Verenigde Naties, de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Staten.
- Verwelkomt het basisakkoord over Oost-Slavonië, Baranja en West-Sirmium van 12 november tussen Kroatië en de lokale Serven.
- Erkent het daarin inbegrepen verzoek om een overgangsbestuur en een internationale macht.
- Benadrukt dat Kroatië en de lokale Serven moeten samenwerken op basis van dat akkoord en de uitvoer ervan niet mogen hinderen door militaire acties.
- Besluit actief op de hoogte te blijven.
Verwante resoluties
Resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uit 1995