Rangjung Rigpey Dorje werd in de buurt van de Jangtsekiang in Denkhok, Kham (Oost-Tibet) geboren en was van jongs af aan gefascineerd door vogels. Nadat hij erkend werd als 16e karmapa ging hij op achtjarige leeftijd naar het klooster.
In 1959 vluchtte karmapa met 160 lamas uit Tibet. Tashi Namgyal, de Chögyal (koning) van Sikkim, bood hem land aan in het gebied rond Rumtek waar een klooster werd gebouwd. In 1966 was de bouw van het klooster gereed en heeft hij zich voornamelijk beziggehouden met de transmissie van het Tibetaans boeddhisme naar India en het Westen en heeft hij veel dharmacentra en kloosters gesticht. In 1974 verleende Paus Paulus VI hem een audiëntie. In 1977 ontmoette hij de Hopi-indianen in de Verenigde Staten en zij vertelden hem dat zijn komst eeuwen geleden voorspeld was.
Toen het communisme in Oost-Europa aan het afnemen was, vond hij het belangrijk dat er centra in het voormalig oostblok kwamen. Hij heeft het zelf niet meegemaakt, want Rangjung Rigpey Dorje overleed op 5 november1981 in Zion, Illinois, Verenigde Staten en werd vervolgens gecremeerd in Rumtek.
Externe link
(nl) Boeddhistische Omroep, The Lion's Roar, online documentaire over het leven van de zestiende karmapa