De wetenschappelijke naam van de slang werd voor het eerst voorgesteld door Edward Drinker Cope in 1861. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Arizona lineaticollis gebruikt.[2] Later werd het dier tot het geslacht Coluber gerekend.[3]
Ondersoorten
De soort wordt verdeeld in twee ondersoorten die onderstaand zijn weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied. Een derde ondersoort, Pituophis deppei brevilineata, wordt tegenwoordig niet meer als zodanig erkend.
Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Pituophis lineaticollis heeft een bruine tot zandkleurige huidskleur. Op de rug heeft de slang een achter de kop twee zwarte strepen, die overgaan in een rij van ruitvormige patronen en verder naar achteren in zadelvormige zwarte markeringen.