In 1926 reed hij in de Lightweight TT de snelste raceronde met een Moto Guzzi Monoalbero 250 en hij werd tweede in die race, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij een niet-gehomologeerdebougie had gemonteerd. Dat leidde bijna tot een diplomatieke rel, omdat de Italiaanse merken toen al de volle steun van Benito Mussolini hadden. Dit werd bekend als "The Guzzi incident".
In 1929 lag hij aan de leiding in de Lightweight TT, maar hij moest met motorpech opgeven. In 1930 viel hij tijdens de training bij de Gooseneck waardoor hij niet aan de race kon deelnemen.
Auto's
Al in 1927 was Pietro Ghersi naast motorcoureur ook al autocoureur. Veel motorcoureurs in Italië stapten in die periode over, zoals Nuvolari, Arcangeli, Ruggeri en Varzi. Ghersi werd in 1927 vijfde in de Mille Miglia met een OM. In 1930 won hij samen met Attilio Marinoni met een Alfa Romeo 6C 1750 GS de 24 uur van Spa-Francorchamps en samen met Franco Cortese werd hij vierde in de Mille Miglia. In maart 1933 richtte hij zijn eigen raceteam op, dat over een Bugatti Type 35, een Maseratimonoposto en een 2,3 liter Alfa Romeo beschikte. In 1934 reed hij echter voor Scuderia Ferrari. In 1935 en 1936 racete hij met een privé Maserati 8CM. In 1937 nam hij aan weinig wedstrijden deel, maar in 1938 en 1939 reed hij voor "Scuderia Torino" met Alfa Romeo Grand Prix auto's en Maserati's. Daarna beëindigde hij zijn loopbaan.