De Peredvizjniki (Russisch: Передвижники, NL:De Trekkers of De Zwervers) was, in de Russische volksmond, de naam van een groep van Russischekunstschilders, die aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, de “Maatschappij voor Reizende Kunstexposities” vormden en exposities organiseerden in 32 steden in het Europees deel van Rusland. De statuten van de maatschappij werden opgesteld in 1869; de exposities vonden plaats tussen 1871 en 1923. [1]
De kunst van deze groep wordt tot het realisme gerekend.
Ontstaan
Tot 1860 was de vorming tot professioneel kunstenaar in Rusland volledig in handen van de Keizerlijke Kunstacademie met vestigingen in Sint-Petersburg en Moskou. Men werd in een streng keurslijf geperst en moest proeven van bekwaamheid afleggen op verplichte onderwerpen; voornamelijk Bijbelse en mythologische voorstellingen. De bij de Keizerlijke Kunstacademie verkregen titels en rangen gaven uitzicht op het verkrijgen van volledige burgerrechten. De Keizerlijke Kunstacademie was de enige die, in enige omvang, kunst kocht en tentoonstellingen organiseerde.
In 1863 kwam een groep studenten tegen de academie in opstand (De Opstand van de Veertien) en vroeg om zelfgekozen onderwerpen te mogen schilderen als proeve van bekwaamheid. Dit werd door de academie afgewezen.
Daarop weigerden veertien van de vijftien studenten, die in aanmerking kwamen om de proeve van bekwaamheid af te leggen, onder leiding van Ivan Kramskoj, de verplichte voorbereidende schets van het toekomstig schilderij (verplicht thema Feest in het Walhalla) te maken. Toen de veertien studenten de academie berichtten dat zij afzagen van deelname werd de jaarlijkse competitie voor de Gouden Medaille afgezegd.
Kramskoj richtte daarna het Artel van kunstenaars op. Die hield een expositie aan het eind van 1863 buiten de academie om. Kunstcriticus Vladimir Stasov zei hierover: [2]
In 1863 weeklonk een donderslag en werd de lucht van de Russische kunst gezuiverd. Een handjevol jonge kunstenaars, arm, hulpeloos, zwak, verrichtte iets dat op dat moment alleen reuzen en krachtpatsers gelukt zou zijn. Zij gooiden alle oude regels ondersteboven en wierpen de eeuwenoude ketenen van zich af. Dit was de dageraad van een nieuwe kunst.
In 1869 richtte een tweede groep kunstenaars de Maatschappij voor Reizende Kunstexposities op. Deze maatschappij kende de volgende doelen:
vrijheid bij het kiezen van een eigen thema
vrijheid om zelf te zoeken naar kopers
vrijheid om te exposeren waar men wil
Tot nu toe waren deze faciliteiten uitsluitend uitgevoerd door de leiding van de academie. Ten aanzien van de thema's wilde de groep het herkenbare leven van de 'gewone' Rus weergeven in plaats van een (Bijbelse) verleden of een fantasiewereld. Tot dan toe was alleen de academie gerechtigd te kopen en te verkopen. Exposities vonden alleen plaats in Sint-Petersburg en Moskou. De groep wilde de kunst dichter bij de mensen brengen en vond dat geheel Rusland in de gelegenheid moest zijn kennis te maken met kunst. [3]
Rondtrekkende exposities
In 1871 werd de groep bekend door een gezamenlijke expositie. Deze expositie was te zien in Sint-Petersburg en Moskou, maar trok ook rond door de Russische provincies. Hierdoor werd de groep Peredvizjniki genoemd, in het Nederlands: De Trekkers[4] of De Zwervers. Vladimir Stasov, algemeen en vooraanstaand cultuurcriticus, schreef lovende kritieken[5] over de expositie in kranten en tijdschriften. Hij wist ook geldschieters te interesseren. Stasov was de ontdekker van Ilja Repin.
Tussen 1871 en 1878 wordt de officiële benaming van Peredvizjniki: “Maatschappij voor reizende kunstexposities”.
Het streven om de bevolking buiten Moskou en Sint-Petersburg ook de gelegenheid te geven tentoonstellingen te bezoeken werd vervuld door vanaf 1871 tot en met 1905 te exposeren in 29 steden in Europees Rusland en zelfs in Warschau, Riga en Vilnius. In de laatste jaren van de groep (1906-1923) werden alleen Moskou en Sint-Petersburg bezocht. De uitgebreidste expositiereizen vonden plaats in 1889-1890 en in 1899-1900 toen 19 resp. 16 steden werden aangedaan.[6]
Veel kunstwerken werden gemaakt in opdracht van, en gekocht door, maecenasPavel Tretjakov, wiens collectie later in de Tretjakovgalerij werd ondergebracht. Een ander deel van de kunstwerken van dit collectief is te zien in het Russisch Museum in Sint-Petersburg.
Later werd hun kunst tot voorbeeld gesteld van de Sovjet kunst, het socialistisch realisme.
Vanaf 15 december 2001 tot en met 7 april 2002 werd een zeer succesvolle tentoonstelling Het geheim van Rusland met het werk van Ilja Repin getoond in het Groninger Museum. Dit was de eerste tentoonstelling van de trekkers in Nederland.[8]
Vanaf 24 september 2016 tot en met 2 april 2017 werd de tentoonstelling Peredvizhniki - Russisch Realisme rond Repin 1870-1900 gehouden in het Drents Museum te Assen. In deze tentoonstelling worden 72 werken getoond uit het Russisch Museum in Sint-Petersburg, waaronder Ilja Repins beroemde schilderij de Wolgaslepers".[9]
↑In de genoemde tentoonstellingscatalogus Ilja Repin (1844-1930). Het geheim van Rusland wordt steeds Peredvizjniki gebruikt en maar een paar maal De Trekkers, als mogelijke vertaling.
↑De kritiek op deze tentoonstelling is op de site van 'Russian Visual Arts' te lezen in Russisch en Engels onder de titel 'The Itinerant exhibition of 1871' (1871)
↑Peredvizhniki, Russisch realisme rond Repin 1870-1900)., pag. 16-17