Gepromoveerd tot doctor in de rechten en doctor in politieke en administratieve wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent, werd hij advocaat. Hij vervulde heel wat openbare ambten voor de Liberale Partij:
van 1871 tot 1878 was hij provincieraadslid van Oost-Vlaanderen
van 1878 tot 1884 was hij provinciegouverneur van Henegouwen
Als zoon en kleinzoon van twee Gentse burgemeesters stond hij ook in lijn om burgemeester te worden, maar dit werd uiteindelijk zijn schoonbroer Hippolyte Lippens in 1882.
Hij ontpopte zich daarnaast als een internationaal erkende autoriteit op het vlak van de studie van de palmen en de orchideeën. Hij was voorzitter van de Koninklijke vereniging voor land- en tuinbouwkunde van Gent (1886-1903), de organisator van de Gentse Floraliën. Van 1875 tot aan zijn dood was hij de hoofdredacteur van de Revue de l'horticulture belge et étrangère.
Hij trouwde met Maria Lippens (Gent, 1850 - 1918) dochter van volksvertegenwoordiger Auguste Lippens. Zijn dochter Marthe (1877-1956), echtgenote van volksvertegenwoordiger en senator Pol-Clovis Boël, was een bekende feministe.
Oswald de Kerchove was een actief vrijmetselaar. Hij was lid van Le Septentrion in Gent en van de Opperraad van de 33ste graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
Voor zijn verdienste in de tuinbouwkunde werd in april 1908 een monument onthuld op het Graaf van Vlaanderenplein, ontworpen door de Antwerpenaar Jef Lambeaux. In 1918 werd dit echter door de Duitse bezetter weggenomen om het brons te hergebruiken. In april 1923 werd een nieuw monument ingehuldigd, ontworpen door Gustaaf Van den Meersche, dat in 1974 verhuisde naar de huidige locatie in het Citadelpark wegens werken voor de afrit van de E17 naar Gent-Zuid (B401).
Publicaties
De la responsabilité des ministres dans le droit public belge, 1867.
De werkstaking der Gentsche wevers in 1859, Gent, 1904