Tijdens de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog vocht hij aan de zijde van José María Morelos. In 1811 klom hij op tot bevelhebber in Veracruz en hij was ook betrokken bij het congres van Chilpancingo. In 1812 deed zich een incident voor waarbij Bravo veel populariteit verwierf. Zijn vader Leonardo Bravo was in handen gevallen van Spaanse troepen. De Spaanse vicekoning Francisco Javier de Venegas stelde Nicolás Bravo een ultimatum. Als hij zich niet overgaf, zou hij Leonardo ter dood brengen. Nicolás weigerde hierop in te gaan en zijn vader werd ter dood gebracht door middel van de garrote, waar normaliter alleen zware criminelen mee ter dood werden gebracht. Nu wilde het toeval dat Nicolás kort van tevoren een veldslag had gewonnen waarbij hij 300 krijgsgevangenen had gemaakt. Morelos stond hem toe deze om het leven te brengen om zo de dood van zijn vader te wreken. Bravo vond echter niet dat hij zich tot het niveau van Venegas moest verlagen, en liet de gevangenen vrij. Deze waren hier zo enthousiast over dat ze zich aansloten bij Bravo en meevochten met de onafhankelijkheidsstrijders. Hij kreeg hierdoor de bijnaam Héroe del Perdón, held van de vergiffenis.
Nadat Iturbide tot keizer was gekroond, nam Bravo de wapenen tegen hem op en vormde een tegenregering in Oaxaca. Na de invoering van de republiek (1824) werd Bravo vicepresident onder Guadalupe Victoria. Bravo was drie keer kort president van Mexico: in 1839, van 1842 tot 1843 en in 1846.