De NBG-vertaling 1951 (NBG 1951, NBG-'51, Nbg '51, NBG51) is een NederlandseBijbelvertaling uit 1951, geproduceerd in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). De vertaling, vernoemd naar haar opdrachtgever, was bedoeld als vervanging van de zogenoemde Statenvertaling uit 1637. De NBG 1951 noemde men tot de komst van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 ook wel de Nieuwe Vertaling van de Bijbel. De volledige titel luidt: Bijbel. Nieuwe Vertaling op last van het Nederlandsch Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies. De druk berustte bij A. (Auke) Jongbloedc.v. te Leeuwarden.
Redenen voor een nieuwe vertaling
Aanleidingen tot deze nieuwe vertaling waren:
het Nederlands van de tot dan gebruikte Statenvertaling werd als verouderd ervaren en door veel gelovigen niet goed begrepen
1926: Algemene vergadering van het Nederlands Bijbelgenootschap besluit tot een nieuwe vertaling.
1927: Commissie voor het Nieuwe Testament gaat aan het werk. Zij neemt de resultaten van het werk van de Commissie van Vertaling mee. In de NBG-commissie hebben A. van Veldhuizen, F.W. Grosheide en J. de Zwaan uit de oude commissie zitting.
1933: Commissie voor het Oude Testament wordt ingesteld, nadat zij al vanaf 1931 informeel aan het werk is.
1939: Het Nieuwe Testament in de nieuwe vertaling verschijnt. De eerste druk van 30.000 exemplaren is binnen enkele dagen uitverkocht.
Tussen 1940 en 1951 is de vertaling van het Nieuwe Testament herzien; er is tegemoetgekomen aan kritiek van hervormden huize, de nieuwe Griekse tekst (de Novum Testamentum Graece) is vanuit uit de Nestle-Aland 17e druk in gebruik genomen, de nieuwe spelling is doorgevoerd.[3]
1951: Volledige (protestantse) Bijbel verschijnt; er worden in korte tijd 75.000 exemplaren verkocht.[4][5]
Het taalgebruik in de NBG-vertaling 1951 werd van het begin af aan erg ouderwets gevonden. Het gaat hier om archaïsmen als "HERE" voor "Heer", "gij" in plaats van "jij" of "u" en "zeide" voor "zei", taalelementen die typerend zijn voor het taalgebruik van de Statenbijbel. Ook versteende Bijbelse uitdrukkingen met naamvallen, zoals "In den beginne" of "tot in der eeuwigheid", werden overgenomen. De reden waarom men toch veel ouderwetse woorden en termen gebruikte was dat men wilde tegemoetkomen aan de orthodoxe vleugel van het Nederlandseprotestantisme, opdat ook zij deze Bijbel zouden gaan gebruiken. Achteraf bleek dit slechts ten dele zo te zijn. Het verzet tegen de Nieuwe Vertaling in de 'gereformeerde gezindte' leidde tot de oprichting van de Gereformeerde Bijbelstichting in 1969.[7]
Naast kritiek op het archaïsche taalgebruik kwam er kritiek op de gehanteerde vertaalmethode. In 1952 en 1953 publiceerde Frans Breukelman een reeks van twintig artikelen in het hervormde tijdschrift In de Waagschaal, waarin hij vooral benadrukt dat het de lezer onmogelijk wordt gemaakt om intertekstuele verbanden te leggen, doordat er niet concordant vertaald is. In een van de artikelen schrijft hij:
Waarom toch heeft de NV de bijbelse grondwoorden in geheel overeenkomstige teksten volkomen toevallig nu eens zo en dan weer anders weergegeven? Kan een dergelijke vertaling dienst doen als kanselbijbel, als canon, als regel en richtsnoer voor de prediking van de Kerk?[8]
Hij betwijfelt of het hoe dan ook mogelijk zou zijn om een concordantie te maken op de NBG 1951. Die concordantie zou er wel degelijk komen, maar werd pas na dertig jaar werk in 1983 gepubliceerd.[9]
De NBG 1951 was lange tijd de meest gebruikte vertaling in de erediensten van de protestantse kerken. Slechts binnen de strengste tak van de orthodox-gereformeerden (de bevindelijk gereformeerden) werd de NBG 1951 niet gebruikt.
Begin 21ste eeuw had de NBG echter ook buiten de bevindelijk gereformeerden aan populariteit ingeboet. Met name binnen de charismatische kerken (waaronder de evangelische en pinkstergemeenten) werd steeds vaker gebruikgemaakt van vertalingen die zich bedienen van meer hedendaags Nederlands, zoals Het Boek, de Groot Nieuws Bijbel en soms ook de Rooms-KatholiekeWillibrordvertaling.
Anne Jaap van den Berg, "De Nieuwe Vertaling of NBG-vertaling 1951", in: Paul Gillaerts e.a. (red.), De Bijbel in de Lage Landen. Elf eeuwen van vertalen (Heerenveen 2015), p. 652-693
J.J. Kijne, "De NBG-vertaling 1951", in: H.W. Hollander (red.), Spectrum van bijbelvertalingen. Een gids (Zoetermeer 1994), p. 34-43.
J.A. Koole, "De NBG-Vertaling 1951", in: A.W.G. Jaakke en E.W. Tuinstra (red.), Om een verstaanbare bijbel. Nederlandse bijbelvertalingen na de Statenbijbel (Haarlem/Brussel: Nederlands Bijbelgenootschap/Belgisch Bijbelgenootschap, 1990), p. 225-251.
↑De synhode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), die ontstonden toen het project al van start gegaan was, gaven in 1958 de NBG51 vrij voor gebruik in de eredienst."Ontvangst in de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt)"; B.C. Buitendijk, Met Andere Woorden,01/4; NBG december 2001; bladz. 54-58
↑H.J. Westerink, Gods woord in menselijk schrift (Kampen: Kok, 1953), p. 108-111.
↑"De herziening van het Nieuwe Testament 1939-1951; L. van Kampen, Met andere woorden 01/4; NBG december 2001; bladz18
↑J.A. Koole, "De NBG-Vertaling 1951", in: A.W.G. Jaakke en E.W. Tuinstra (red.), Om een verstaanbare bijbel. Nederlandse bijbelvertalingen na de Statenbijbel (Haarlem/Brussel: Nederlands Bijbelgenootschap/Belgisch Bijbelgenootschap, 1990), p. 225-251.
↑H.J. Westerink, Gods woord in menselijk schrift (Kampen: Kok, 1953) p. 108-111.
↑C. Houtman, De Nieuwe Vertaling: officieel breed aanvaard, maar geen standaardbijbel; Met Andere Woorden, 01/4 december 2001, NBG; bladzijde 42
↑F.H. Breukelman, Sjemot: De eigen taal en de vertaling van de Bijbel (Bijbelse theologie II/2; Kampen: Kok, 2009), 482 ISBN 978-90-435-1705-8
↑W.H. Gispen & W. van der Kamp (eds), Concordantie op de Bijbel in de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap (Kampen: Kok, 1983) ISBN 978-90-242-2900-0.
* De eerste editie van de Vorstermanbijbel uit 1528 werd gepresenteerd als een nieuwe geautoriseerde rechtzinnige katholieke Bijbelvertaling. Deze editie bevatte feitelijk echter nogal wat eerder gepubliceerd Middelnederlands materiaal uit het tijdperk van voor de Reformatie als ook veel uit reformatorische kringen. In latere edities waren al essentiële reformatorische passages verdwenen en sloot het aanzienlijk meer aan op de tekst van de Vulgaat.