Mathias Soiron was een telg uit een geslacht van bouwmeesters, steenhouwers, meestertimmerlieden en schrijnwerkers, dat in de 18e eeuw actief was in Luik, Maastricht, Hasselt en Venlo. Mathias was de zoon van de architect Matheius Soiron, die samen met zijn broer François Soiron het imposante Schloss Wickrath nabij Mönchengladbach bouwde. Mathias ontving waarschijnlijk een deel van zijn opleiding tijdens de bouw van dit kasteel, van 1746 tot 1772. Enkele tekeningen van Mathias van kasteel Wickrath zijn bewaard gebleven. Zijn jongere broer Joannes Ludovicus (Jean Louis) werd bouwmeester in Venlo. Twee andere broers, Andreas en Wilhelmus (André en Guillaume), werden kanunnik bij het Sint-Servaaskapittel, een eervolle en lucratieve positie in die tijd.
In zijn jonge jaren volgde Mathias Soiron tekenlessen bij de kunstschilder en tekenaar Johannes Bijlevelt (geboren 1728).[2] Het is niet bekend wanneer precies Mathias stadsbouwmeester werd in Maastricht. Een van de opdrachten die hij als stadsbouwmeester kreeg, was in 1788 de verbouwing van de leegstaande Jezuïetenkerk tot schouwburg, de huidige Bonbonnière. Een jaar eerder maakte hij het ontwerp voor het militaire wachthuis aan de Graanmarkt, naast de Onze Lieve Vrouwe Basiliek. Een ander belangrijk gebouw van zijn hand is het voormalige kanunnikenhuis aan de Grote Gracht, dat hij bouwde voor zijn broers Andreas en Wilhelmus. Tegenwoordig staat dit gebouw bekend als het Huis Soiron en wordt het gebruikt door de Faculteit Cultuurwetenschappen van de Universiteit Maastricht.
Bij zijn interieurontwerpen werkte Soiron vaak samen met de Zwitsers-Italiaanse stucwerker Petrus Nicolaas Gagini. Verder ontwierp hij meubels voor diverse huizen, waaronder commodes, schrijftafels, speeltafels, secretaires, stoelen, staande klokken en hemelbedden. Soiron ontwierp zelf meubels, maar tekende ook meubels van andere ontwerpers na. Tevens maakte hij verschillende ontwerpen voor tuinen en parken met alles wat daarin thuishoorde, zoals prieeltjes, hekwerken, beelden, sokkels, vazen en tuinmeubilair. Opvallend is de verschuiving van Soiron's voorkeur (of die van zijn opdrachtgevers) rond 1800 van de formele Franse tuin naar de Engelse landschapstuin.
Van Soiron zijn een twaalftal tekenalbums bewaard gebleven die zich in het Regionaal Historisch Centrum Limburg bevinden. Deze geven een overzicht van zijn ontwerpen voor verschillende historische huizen in Maastricht. Van de 26 'folianten' die Soiron aan het eind van zijn leven liet inbinden, waren er 14 gewijd aan de meubelkunst.
Soiron was gehuwd met Sophia Elisabeth L'Herminotte, een telg uit een geslacht van bekende zilversmeden. Op latere leeftijd bewoonden de Soirons het landgoed Sint Antoniusbank in Bemelen, dat Sophia van haar vader Gerard L'Herminotte geërfd had. Het echtpaar Soiron is begraven tegen de westelijke muur van de kerk van Bemelen, waar zoon François pastoor was. Het graf heeft een zerk waarop een kruis staat, geflankeerd door een doodshoofd met beenderen en een zandloper.
In de Maastrichtse buurt Caberg is sinds 1951 een straat naar hem vernoemd: de Mathias Soironstraat.[4] Het Museum aan het Vrijthof heeft het museumcafé naar hem vernoemd.
Keijser-Schuurman, W.E.S.L. (2002) ‘Een bijzondere nalatenschap, meubeltekeningen in de albums van Matthias Soiron’, in: Publications jrg. 138 (2002) p. 11.
(de) Kroos, Renate (1985): Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehörigen Reliquiare in Brüssel. Zentralinstitut für Kunstgeschichte, München. ISBN 3422007725
De monumenten voor geschiedenis en Kunst, Maastricht, dl. 1, p. 109 (wachthuis), 619 (Grote Gracht 82) en 670 (Boschstraat 60).
'Archiefsprokkel' over Mathias Soiron, in: De Maaspost
↑De vrije Rijksstad Aken was weliswaar geen onderdeel van het (wereldlijke) prinsbisdom Luik, maar behoorde tot 1802 wel tot het (kerkelijke) bisdom Luik. Hetzelfde gold voor enkele andere heerlijkheden. Maastricht was tweeherig en werd in de achttiende eeuw gezamenlijk bestuurd door de bisschop van Luik en de Staten-Generaal van de Hollandse republiek.