Na enige tijd in Delft te hebben gewoond, verhuisde ze in 1787 met haar vader naar Londen. Daar wendde ze zich tot Engelse taalstudies. Vanwege haar afkomst sprak ze Hoogduits en oefende ze ook in het Frans, Spaans en Italiaans. Kort voordat ze Willem Bilderdijk ontmoette, schreef ze de Engelstalige tragedie "Fatal Love", die later in de Nederlandse vertaling "Elfriede" werd genoemd.
Vanaf 1797 was zij de levensgezellin van jurist, dichter en geleerde Willem Bilderdijk (1756-1831), met wie zij, als diens tweede echtgenote, in 1802 trouwde. Uit deze verbintenis werden acht kinderen geboren, van wie er twee de volwassen leeftijd bereikten.[1][2]