Hij was van 1887 tot 1896 landraad in Lublinitz en vervolgens tot 1902 hoofdcommissaris van politie in Wiesbaden. Van 1902 tot 1910 was hij Regierungspräsident in Aurich, daarna tot 1911 in Koblenz. Hij was van 1911 tot 1919 eerste president van de Pruisische provincie Westfalen en voorts lid van de Silezische Provinciale Landdag. Hij stierf op het Slot Corvey.