Martin was student te Göttingen, waar hij in 1874 promoveerde. Daarna werd hij lector te Wismar, zijn belangstelling ging in die tijd vooral uit naar zwerfstenen. Hij bezocht in Leiden het Museum van Natuurlijke Historie om de collecties van Winand Staring te onderzoeken. Daardoor kwam hij in aanraking met de zoöloogHermann Schlegel, die directeur van het museum was. Toen een paar jaar later een hoogleraarsstoel in de geologie gecreëerd werd schoof Schlegel Martin als kandidaat naar voren.
Martins onderzoek richtte zich op de collecties van het in 1880 nieuw gecreëerde Geologisch Museum, met name de verzamelde fossielen uit de Nederlandse koloniën. Hij breidde de collecties uit door aankopen en deelname aan expedities naar de koloniën: in 1884 naar de Nederlandse Antillen, Suriname en Venezuela, wat in 1888 leidde tot de publicatie van de eerste geologische kaart van Suriname.[1][2] In 1892 reisde hij naar de Molukken en in 1910 naar Java. Ook na zijn emeritaat in 1922 bleef Martin zijn onderzoek naar de Tertiairestratigrafie van Nederlands-Indië voortzetten.
Feestbundel uitgegeven ter eere van prof. dr. K. Martin, 1931, Leidsche Geologische Mededeelingen, deel V
G.E. de Groot, 1978: Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie 1878-1978, Scripta Geologica, Vol. 48, p. 3-25 PDF
K. Martin, 1887: Westindische Skizzen. Reise-Erinnerungen, mit 22 Tafeln und einer Karte, Leiden, E.J. Brill
A.J. Pannekoek, 1962: Geological research at the universities of The Netherlands, 1877-1962 in: Geologie & Mijnbouw, vol. 41, no. 4, p. 161-174
C.F. Winkler Prins, 2004: Geological collections of the Nationaal Natuurhistorisch Museum (Leiden, The Netherlands): cultural heritage of the geosciences and mining, Scripta Geologica Special Issue 4, p. 293-307 PDF
↑K. Martin, 1888, Eerste proeve van eene geognostische overzichtkaart van Suriname. Schaal 1:1.600.000, Leiden, E.J. Brill
↑K. Martin, 1888, Aanteekeningen bij eene geognostische overzichtskaart van Suriname, Tijdsch. v. h. Nederl. Aardrijkskdg. Genootschap, Verslagen en Aardrijkskdg. Mededeelingen, blz. 444. delpher online