De Hoop Scheffer werd in 1859 benoemd tot hoogleraar aan de kweekschool der Doopsgezinden en gekozen tot secretaris van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit. Daarnaast was hij hoofdbestuurder van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De Hoop Scheffer schreef de Geschiedenis der kerkvorming in Nederland tot 1531.
Oeuvre in De Gids
1865. De studie der vaderlandsche kerkhistorie.
1866. Bibliographisch album (met Pieter Nicolaas Muller).
1867. Bibliographisch album (met Pieter Nicolaas Muller).
1874. Bibliographisch album (met Abraham Seyne Kok en Johan Carl Zimmerman).
1877. Bibliographisch album (met H. Kern).
1880. Bibliographisch album (met N. van Hall, Anthonie Marius Kollewijn, Jan de Louter en Samuel Adrianus Naber).
1882. Anna Roemers Visscher.
1884. Onze liefdadigheidsgestichten in de middeleeuwen.
1885. Een merkwaardige begraafplaats.
1887. Een Proeve van Martyrologie.
1889. De beoefening van de geschiedenis des Vaderlands in België.
Bronnen, noten en/of referenties
1894. J. de Vries. Dr Jacob Gijsbert de Hoop SchefferEigen Haard, blz. 25-27.