In de biogeografie van Europa spreekt men van inburgering of vestiging van een soort:
als de soort zijn volledige levenscyclus kan voltooien, en zich op meer dan één plaats gedurende een reeks van jaren kan handhaven zonder directe hulp van de mens, en
Er zijn twee groepen van soorten te onderscheiden, waarbij het tijdstip van vestiging geheel overeenkomt met de wijze van vestiging. De idiochorofyten (oorspronkelijk inheemse planten) hebben zich gevestigd na het Weichselien. De cultuurgewassen of ergasiofyten zijn niet-gevestigde plantensoorten, maar zijn voor hun aanwezigheid volledig afhankelijk van de mens. Daarnaast kunnen soorten worden ingedeeld op grond van het tijdstip en de wijze van vestiging.
Het criterium van inburgering wordt onder andere gebruikt bij de aanduiding van de status van (planten)soorten in een gebied. Op grond van de inburgering van een soort wordt bij planten als status onderscheiden:
Archeofyten: planten die zich reeds in de prehistorie met hulp van de mens hebben gevestigd.
↑ ab(de) Schroeder, F.-G. (1974) Zu den Statusangaben bei der floristischen Kartierung Mitteleuropas. Göttinger Floristische Rundbriefe 8. Jahrgang, 71–78