Heijermans groeide op als oudste zoon in een liberaal joods gezin met elf kinderen. Herman Heijermans was de jongere broer van beeldend kunstenares Marie Heijermans en de kinderboekenschrijfsterIda Heijermans (1861-1943) en de oudere broer van de sociaal geneeskundigeLouis Heijermans. In 1893 begon Heijermans als toneelrecensent bij de net opgerichte krant De Telegraaf. Hij schreef felle kritieken en creëerde daarmee al snel veel vijanden. Hij begon zelf ook toneelstukken te schrijven, die zeer sociaal betrokken waren. Voorbeelden zijn Ghetto (1898), over de bedompte, orthodox-joodse sfeer van sjacheraars en voddenkooplieden, Glück auf! (1911) over de gruwelijke ramp in de mijn Radbod in Westfalen, en het zeer bekende Op hoop van zegen (1900), over de zware omstandigheden van de vissers. De indrukken hiervoor had hij onder meer opgedaan in Scheveningen en Katwijk aan Zee, waar hij enkele jaren woonde en bevriend raakte met de schilder Jan Toorop. De meeste van zijn stukken gingen in première bij de Nederlandsche Toneel Vereniging in Amsterdam, waar Esther de Boer-van Rijk de voornaamste protagoniste was, vooral als Kniertje in Op hoop van zegen en als Eva Bonheur. Heijermans was ook zeer actief in de socialistische beweging. Hij was in 1897 lid geworden van de in 1894 opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP, de voorloper van de PvdA) en schreef voor die partij in 1898 het propagandastuk Puntje. Ook zijn toneelwerk gaf soms blijk van zijn socialistische overtuiging, bijvoorbeeld in De machien (1899). Begin jaren twintig van de 20e eeuw was Heijermans korte tijd directeur van Theater Carré. Heijermans schreef behalve onder eigen naam ook onder een aantal pseudoniemen, waaronder Samuel Falkland (voor de korte verhalen, de Falklandjes), Koos Habbema, Hans Lidi Ficor en Hans Müller.[1]
Herman Heijermans was van 1901-1918 getrouwd met de cabaretzangeres Maria Sophia Peers (1871-1944). Hun dochter Hermine (1902-1983) maakte naam als publiciste; zij schreef o.a. "Mijn vader Herman Heijermans, leven naast roem" (1973), het matig ontvangen Boekenweekgeschenk 1976 "Snikken en Smartlapjes", "Leven met Eros" (1979) en "Jaren vol galgenhumor - 1940-1945" (1981), en in de jaren 60 en 70 schreef zij columns voor Sekstant, het tijdschrift van de NVSH.
In 1918 hertrouwde Heijermans met toneelspeelster Annie Jurgens (1889-1973).[2] Met haar kreeg hij een dochter, Marjolein, en een zoon.
Begrafenis
Herman Heijermans overleed in 1924 op 59-jarige leeftijd in zijn huis in Zandvoort aan de gevolgen van kanker. Zijn begrafenis, georganiseerd door de SDAP, vond plaats in Amsterdam. Illustratief voor zijn populariteit is het grote aantal belangstellenden langs de route van de lijkkoets van Zandvoort naar Amsterdam: de mensen stonden rijen dik.
Er bestaan filmbeelden van Heijermans' begrafenis. Er zijn geen filmbeelden bekend van Heijermans in levenden lijve.
Ahasverus (1893); eenakter. Vertaald als: Ahasver : Schauspiel in einem Aufzug door Paul Raché, 1904
Vorstendom (1893); eenakter, later uitgebracht als Ego
Fleo[b] (1894). Bevat ook: 'n Jodenstreek?. Eerder verschenen in De Gids, vol. 56, j. 1892, dl. 3, p. [181] - 229; Ahas-verus
Puntje (1898); eenakter
Het antwoord (1898); eenakter
Ghetto, burgerlijk treurspel in 3 bedrijven (1898).[c] Vertaald als: The ghetto, a drama in four acts door Chester Bailey Fernald, 1899; Ghetto, pièce en trois actes door Jacques Lemaire et J. Schürmann, 1901
Nummer tachtig, dramatische fantasie in één bedrijf[d] (1898); eenakter
De onbekende (1899); eenakter
De machien (1899); eenakter
Het zevende gebod, burgerlijke zeden-komedie in vier bedrijven (1899).[e] Vertaald als: Das siebente Gebot, bürgerliche Sittenkomödie in vier Akten door Egbert Soltau, 1903
Op hoop van zegen. Spel van de zee in 4 bedrijven (1900).[g] Vertaald als: La bonne espérance. Jeu de la mer en quatre actes door Jacques Lemaire et J. Schurmann, 1902; Naděje : hra z námoří o 4 dějstvích door O.S. Vetti, 1902; Die Hoffnung auf Segen. eine Fischer-Tragödie in vier Akten door O. van Bergh, ca. 1902; Nadzieja : dramat rybacki w czterech obrazach door Jan Kasprowicz, 1902
Het pantser (1901).[h] Vertaald als: Der Panzer, romantisches Soldatenspiel in drei Akten door Franziska de Graaff, 1902
Dubbel graf. Levensschets (1924).[w] Bevat ook: De straf; Aubade
Het raadsel. Levensschets (1924).[x] Bevat ook: Schaduwspel; Klein verraad
Het verzameld toneelwerk verscheen in drie delen als Herman Heijermans Toneelwerken (red. G.A. van Oorschot, S. Carmiggelt, H.A. Gomperts, A. Koolhaas, H.H.J. de Leeuwe, H.S.F. Heijermans. Uitg. G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1965)
Proza
'n Jodenstreek? (1892); novelle. Vertaald als: Ein Judenstreich door R. Ruben, 1903