Henri Joseph Thomas kreeg zijn opleiding als kunstenaar van 1895 tot 1898 aan de Academie van Brussel[1][2][3][4][5]. Na zijn opleiding begon hij een studio in Brussel en werkte hier eerst voornamelijk als illustrator van boeken van avant-garde schrijvers[6][7][8] met lijntekeningen en gravures. Hij schilderde stillevens van bloemen, meestal in een vaas op tafel (Fleurs), vrouwelijke naakten, danseressen, genretaferelen, marines en maakte ook enkele sculpturen. Zijn carrière begon echt met de inzending van het schilderij Vénus de bar naar het Godecharle concours in 1909.[9][10] Hij exposeerde werk gedurende de belle époque in de Cercle Artistique et Littéraire in Brussel in 1906, 1909 en 1921. In Parijs exposeerde hij in de Salon van de Société Nationale des Beaux-Arts in 1906[11], 1907, 1908 en 1910.[1][2] Thomas was lid van de vereniging van beeldende kunstenaars Labeur, die jaarlijks tentoonstellingen voor de leden organiseerde in het Museum voor Moderne Kunst (Musée Moderne) in Brussel.
Zijn voorstellingen spelen zich bij voorkeur af in het nachtleven, vaak in een wulpse sfeer van overspel en prostitutie.[9] Zijn naakten nemen suggestieve poses aan. Voorstellingen van elegante mondaine vrouwen dateren vooral uit het interbellum. In zijn uitbeelding van verleidelijke vrouwen was hij een volgeling van Félicien Rops.[8][12]
Henri Thomas illustreerde ook boeken. Vlak nadat hij zijn opleiding afgemaakt had begon hij hier al mee. In 1898 publiceerde hij 40 illustraties in het homo-erotische werk L'Homme-sirène van Louis Didier die onder het pseudoniem Luis d'Herdy.[6] In 1909 verscheen La muse, een gravure van Thomas, in de gedichtenbundel Au claire de la dune van Théo Hannon.[7] In 1913 illustreerde hij de in beperkte oplage gepubliceerde erotische dichtbundel La Toison de Phryné van Théo Hannon[1][8] met 11 gravures, waarvan twee in kleur. Ook illustreerde hij Du coeur aux lèvres door Lucien Solvay[1][13] en Les Diaboliques door Jules Barbey d'Aurevilly[1][9][14] Werk van zijn hand verscheen ook in de vierde (1926-1927) en achtste (Volupté, 1935) series van La Gravure Originale Belge, een door het Comité de La Gravure Originale Belge in beperkte oplage voor abonnees jaarlijks uitgegeven set van portfolio's met gesigneerd werk van de artiesten.
Henri Thomas woonde rond 1907 in de rue Hydraulique 44; tijdens het interbellum in de rue du Berceau 28 in Brussel. Hij overleed op 22 november 1972 in Brussel.[2]
Tentoonstellingen
1905, Parijs: Salon de la Société Nationale des Beaux-Arts (Vénus)[15]
1906, Brussel: Cercle Artistique et Littéraire.[2]
1906, Parijs: Salon de la Société Nationale des Beaux-Arts (L'habituée)[11][16]
1907, Paris: Salon de la Société Nationale des Beaux-Arts (tentoongestelde werken: L'oiseau du paradis, Coin du Music Hall,[17]Le rideau de zéphir).
L'amour éternel, ongedateerd. Olieverf op doek, 45 x 33 cm.
L'étoile, ongedateerd. Olieverf op doek, 174 x 124 cm, privécollectie Brussel.[9]
Les désemparés (Ontredderd), ongedateerd. Olieverf op doek, 138 x 106 cm, R. Clicteur-Dobellaere collectie, Maldegem.[9]
Fleurs, ongedateerd. Olieverf op doek. privécollectie.
L'esquisse, ongedateerd. Olieverf op doek. 60 x 50 cm.
Beauté du Diable, ongedateerd. Ets / Aquatint in kleuren. 35 x 28 cm, 100 ex. No. 3 met opschrift "à mon chèr ami Gasper van Gé". Privécollectie, Amsterdam.
La Dame au collier ongedateerd. Ets vernis mou, 33 x 56 cm. Privécollectie, Amsterdam.
Portrait de prostituée, 1952. Olieverf op doek, 45 x 39 cm.
Prostituée enceinte, ongedateerd. Olieverf op karton, 29,5 x 23 cm, gesigneerd.
Femme nue allongée, ongedateerd. Olieverf op doek, 60 x 73 cm, gesigneerd.
Nue féminin dans un intérieur, ongedateerd. Olieverf op doek, 100 x 74 cm, gesigneerd.
Deux femmes agenouillées tenant une statuette, ongedateerd. Olieverf op doek, 60 x 73 cm, gesigneerd.
Referenties
↑ abcdeP. Piron, 2006. De Belgische beeldende kunstenaars uit de 19e en 20e eeuw. Art in Belgium, Brussel.
↑ abcdefg(fr) E. Benezit, 1976. Dictionnaire critique et documentaire des peintres, sculpteurs, dessinateurs et graveurs. Volume 10, p. 154. Librairie Gründ. Paris, France. ISBN 9782700001495.
↑(fr) G. Schurr en P. Cabanne, 2003. Dictionnaire des petits maîtres de la peinture (1820-1920). Ed. de l'Amateur, 1120 p. ISBN 2859173781.
↑(fr) P. Piron, 2003. Dictionnaire des Artistes Plasticiens de Belgique des XIXe et XXe Siècles. Editions Art in Belgium. 3 Volumes, 1932 p. ISBN 2930338113.
↑(fr) P. Roberts-Jones, 1995. Le dictionnaire des peintres Belges du XIV° siècle à nos jours: depuis les premiers maîtres des anciens Pays-Bas méridionaux et de la Principauté de Liège jusqu'aux artistes contemporains, 3 Volumes. Uitgeverij Brussel - La Renaissance du Livre.
↑ ab(fr) Luis d' Herdy, 1898. L'Homme-sirène. Publ. Girard et Villerelle, Paris. 197 p.