De naam Harselaar komt al in de 14e eeuw voor als Hersler en duidt mogelijk op een laar (bosweide) met hers (pluimgierst) of hers (paard).[1] Aanvankelijk duidde het op een westelijker gelegen buurtschap, tussen het huidige dorp en Terschuur. In dit gebied lag ook een herengoed Klein Harselaar, dat in 1600 werd genoemd.[2]
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond ten noorden van de spoorlijn het bedrijventerrein Harselaar, dat tegenwoordig het overgrote deel van het dorp beslaat. Er is echter ook woonbebouwing, er wonen in Harselaar zo’n 280 mensen.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Nederlandse plaatsnamen: herkomst en historie. G. van Berkel en K. Samplonius. Houten: Het Spectrum, 2006.