Beide soorten danken zowel hun Nederlandstalige als hun Engelstalige naam green snakes aan de grasgroene lichaamskleur. Deze is geheel uniform, patronen zoals vlekken en strepen ontbreken. De gladde grasslang heeft gladde schubben op de bovenzijde van het lichaam, de ruwe grasslang heeft gekielde schubben die het lichaam een ruw oppervlak geven. De gladde grasslang blijft met maximaal 66 centimeter kleiner dan de ruwe grasslang, die tot 1,15 meter lang kan worden.[3]
Levenswijze
De gladde grasslang is overwegend een bodembewoner terwijl de ruwe grasslang juist veel in planten en bomen klimt. Op het menu van beide soorten staan voornamelijk kleine ongewervelde dieren zoals insecten en spinnen.[3] Ook schorpioenen worden wel buitgemaakt en slechts zelden kleine gewervelde dieren.[1]
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan alle soorten een beschermingsstatus toegewezen. beide soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC).[4]
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
↑ abBernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 473. ISBN 90 274 8626 3.
↑ abInternational Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Opheodrys - IUCN Red List.
Bronnen
(nl) – Bernhard Grzimek - Het leven der dieren deel VI :Reptielen - Pagina 473 - Kindler Verlag AG - 1971 - ISBN 9027486263
(en) – Roger Conant en Joseph T Collins - Reptiles and Amphibians of Eastern/Central and North-America – Pagina 346, 347 - Houghton Mifflin – 1998 – ISBN 0395904528
(en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Opheodrys - Website Geconsulteerd 27 februari 2020