Vlak voor de start viel er een stevige bui, gevolgd door felle zonneschijn. De combinatie van plassen water en verblindend zonlicht was de reden om de race achter de safety-car te laten beginnen.
Michael Schumacher reed op intermediates beduidend sneller dan de rest en nam toen de race werd vrijgegeven al gauw de leiding, om vervolgens een grote voorsprong op te bouwen.
Titelconcurrent Jacques Villeneuve worstelde met zijn wagen in de opdrogende omstandigheden en kwam uiteindelijk als vijfde aan de finish, na de diskwalificatie van Mika Häkkinen.