De beide Williams' bezetten de eerste startrij, maar Heinz-Harald Frentzen liet bij de start zijn motor afslaan en moest achteraan de race aanvangen, terwijl de race herstart moest worden.
Voor hem duurde de race niet lang: in de eerste ronde botste Frentzen met Jos Verstappen en vloog met een lekke band van de baan.
De safety-car moest uitkomen omdat de eveneens gecrashte Minardi van Katayama nog op de baan stond.
Jacques Villeneuve leidde de race tot hij tijdens een pitstop problemen kreeg met een vastzittende wielmoer, dit kostte hem een halve minuut.
Hierdoor leidde Michael Schumacher met een royale voorsprong van 40 seconden, maar hij moest opgeven met een aangelopen wiellager.
Villeneuve klom inmiddels op naar plaats 2, vlak achter Mika Häkkinen.
Inhalen leek een moeilijke opgave te worden, maar met nog 8 ronden te gaan eindigde de race van de Fin met een opgeblazen motor zodat Villeneuve toch zijn 10 wk-punten wist binnen te slepen.
Alexander Wurz bewees zijn rol als invaller bij Benetton, met een derde plaats achter teamgenoot Jean Alesi.
Damon Hill raakte van de hatelijke nul door zesde te worden, geholpen door het uitvallen van Shinji Nakano in de laatste ronde.