Velbrück werd op 11 juni1719 in Düsseldorf geboren als zoon van Maximilian Heinrich Graf von Velbrück en Marie-Anne de Wachtendonk de Germenseil. Reeds in 1735 werd hij lid van het kapittel van kanunniken van het Prinsbisdom Luik en ontving hierdoor een aanzienlijk jaarinkomen (prebende)[1]. Hij was echter pas vanaf 1743 daadwerkelijk als kanunnik actief. Voor die tijd studeerde hij rechten in Douai en Reims[2]. Een van zijn eerste optredens als kanunnik van het kapittel was de verkiezing van de nieuwe prins-bisschop van Luik, Johan Theodoor van Beieren (de laatste prins-bisschop uit het Huis Wittelsbach). In 1745 werd hij benoemd tot lid van de Geheime Raad (Conseil Privé) en in 1746 minister. Van 1757 tot 1763 was hij eerste minister van het prinsbisdom[3].
Onder Velbrück was het prinsbisdom een van meest open en vrije samenlevingen van Europa.
Velbrück staat bekend als belangrijk verbreider van de ideeën van de Verlichting. Hij bevorderde de oprichting van een geleerd genootschap, Société d'Émulation (1779) te Luik en stimuleerde de uitgave van de Encyclopédie méthodique van de Luikse drukker Plomteux[2].
Als prins-bisschop moderniseerde hij het gevangeniswezen en liet een nieuwe gevangenis bouwen. Daarnaast organiseerde hij kosteloos lager onderwijs voor de armen in het prinsbisdom[2]. De scholen werden opgericht in geconfisqueerde landhuizen van geestelijken[1]. Het afgeschafte College van Engelse Jezuïeten vormde hij onmiddellijk om tot de Académie des Anglais, om zeker niet deze instelling van hoger onderwijs in zijn prinsbisdom te verliezen.
Velbrück liet het kasteel van Heks bouwen en overleed er op 64-jarige leeftijd.
Velbrück was een levensgenieter. Hij had meerdere kinderen die hij niet verwaarloosde en aan wie hij een uitstekende opvoeding verzekerde. Zijn oudste zoon François Charles de Graillet (wiens moeder de echtgenote was van de Luikse burgemeester) werd cavalerieofficier in het revolutionaire Franse leger.
Velbrück geen vrijmetselaar
Velbrück hield de publicatie tegen in het prinsbisdom van het pauselijk verbod op het lidmaatschap van vrijmetselaarsverenigingen. Hij was hierin niet alleen, want ook in Frankrijk en in de Oostenrijkse gebieden was dit het geval.
Men heeft vaak beweerd dat Velbrück zelf vrijmetselaar was, er is echter geen enkel document of bewijs aangetroffen om dit te staven.[4]
Dwelhauwers-Dery, zelf achtbare meester van de Luikse loge La Parfaite Intelligence et l'Étoile Réunies schreef in zijn 'Histoire de la Franc-Maçonnerie à Liège': Après avoir fouillé nombre d'archives inconnues jusqu'ici, je n'ai trouvé aucune preuve que le Prince de Velbrück ait été franc-maçon. Dit is sindsdien niet veranderd.
Literatuur
Ulysse CAPITAINE, Aperçu historique sur le Franc-Maçonnerie à Liège avant 1830, Luik, 1853
A. CORDIER, Histoire de l'Ordre Maçonnique en Belgique, Mons, 1854
Joseph DARIS, Histoire du diocèse et de la principauté de Liège, Liège, 1868, tome I : François-Charles de Velbruck, p. 261 et suiv.
REYNIER, Éloge de feu Son Altesse Célcissime Monseigneur François-Charles des comtes de Velbruck, 1785.
J. DE THEUX, Le chapitre de Saint-Lambert, Bruxelles, 1872, vol. IV, p. 49.
J. KUNTZIGER, Essai historique sur la propagande des Encyclopédistes Français en Belgique au XVIIIe siècle, Bruxelles, Hayez, 1879.
DWELHAUWERS-DERY, Histoire de la Franc-Maçonnerie à Liège avant 1820, Brussel, 1879
Henri FRANCOTTE, La propagande des Encyclopédistes français au Pays de Liège, Brussel, Hayez, 1880
Jules HELBIG, Éloge académique du Prince de Velbruck, 1881.
Paul DUCHAINE, La Franc-Maçonnerie Belge au XVIIIe siècle, Brussel, 1911
Bertrand VAN DER SCHELDEN, La franc-maçonnerie belge sous le régime autrichien, Leuven, 1923
Th. GOBERT, Liège à travers les âges, Luik, 1924-1930
Paul HARSIN Velbruck, sa carrière politique et son élection à l'épiscopat liégeois, in: La Vie wallonne, 1924 en 1925.
Georges DE FROIDCOURT, François Charles Comte de Velbrück, Luik, 1936
Een eeuw vrijmetselarij in onze gewesten, 1740-1840, Brussel, 1983
Daphné PARTHOENS, La politique intérieure du prince-évêque François-Charles de Velbrück (1772-1784), in: Annuaire d'Histoire Liégeoise, t. 34, n° 58, 2004, p. 1-174
↑Hugo De Schampheleire, Luikse prins-bisschop, discreet protector van de vrijmetselarij, in: Een eeuw vrijmetselarij in onze gewesten 1740-1840, Brussel, 1983.