Bendien was een dochter van Carel Herman Bendien (1878-1971) en diens nicht Johanna Maria Bendien (1887-1972). Haar vader was leraar Engels, haar ooms (van moederszijde) Jacob Bendien en Paul Citroen waren bekende schilders.[2]
Ze bezocht aanvankelijk het Christelijk Lyceum in Arnhem, maar werd door haar ouders naar de Werkplaats Kindergemeenschap van Kees Boeke in Bilthoven gestuurd. Na twee jaar ging ze naar het Montessori Lyceum in Amsterdam, waar ze haar MMS-diploma haalde.
Ze werd vervolgens, door bemiddeling van oom Paul Citroen, assistent van de directeur van de Haagse Academie. Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was ze gezelschapsdame bij een domineesweduwe in Bergen. Ze kreeg er lessen kunstgeschiedenis van Kasper Niehaus en trok op met de beeldhouwer John Rädecker. Hij zou later een portretkop van haar maken, waarmee hij ook exposeerde. Ze werkte in die jaren bij kunsthandels in Amsterdam en Haarlem.[3] Hoewel Bendien van joodse afkomst was, was haar vader bekeerd tot het christendom en haar moeder niet-praktiserend jood, ze droeg dan ook geen Jodenster. Later moesten zij en haar ouders toch onderduiken, haar broer overleefde de oorlog niet.
Na de oorlog werkte ze korte tijd bij het Rijksmuseum Amsterdam en diverse kunsthandels. Ze trouwde met de schilder Jan Peeters (1912-1992). Het stel is na vijf jaar gescheiden, waarna Bendien zich met hun zoon in Heemstede vestigde.
Galerie Espace
Zie Galerie Espace voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1960 werd de galerie verplaatst naar de Keizersgracht 548 in Amsterdam. Polly Meure startte in 1964 een eigen galerie in Brussel. Bendien zette Espace alleen voort tot ze in Rutger Noordhoek Hegt (1933-2007) een nieuw compagnon vond. Hij werd ook haar levenspartner.