Johannes Anton (John) Rädecker, ook geschreven als Raedecker (Amsterdam, 5 september 1885 – aldaar, 12 januari 1956) was een Nederlandse beeldhouwer, schilder en tekenaar.[1] Rädecker is vooral bekend om zijn bijdrage aan het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam, waar hij Adriaan Roland Holst bij vroeg als tekstdichter. Door zijn overlijden heeft hij niet alles kunnen afmaken. Dat hebben zijn zonen Han en Jan Willem Rädecker gedaan. Hij overleed op de dag dat het beeld "Maria en het Kind" werd geplaatst.
Leven en werk
Jan, later John, Rädecker was een zoon van de uit Duitsland afkomstige beeldhouwer Wilhelm Rädecker (1851-1936) en Anna Gosseling (1851-1921). Hij volgde boetseerlessen bij zijn vader aan de avondtekenschool voor handwerklieden, de Eerste Ambachtschool van de Maatschappij voor den Werkenden en bezocht enige tijd de Teekenschool voor Kunstambachten. Hij vervolgde zijn opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam en daarnaast in de avonduren aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn doorbraak kwam al in 1910, toen hij een aantal luministische schilderijen maakte. Hij verhuisde voor enkele jaren naar Parijs (1911-1914). Hij trouwde in 1913 met Anni de Roos en hertrouwde na scheiding in 1918 met Jo (Anni) ten Herkel, zus van een van zijn vrienden.
Na de Eerste Wereldoorlog werd zijn werk vernieuwend. Zijn beeldhouwwerken kregen mens- en dierfiguren in een stijl die nog onbekend was. Na Parijs ging hij in Bergen wonen waar hij deel uitmaakte van De Nieuwe Kring, een groep beeldende kunstenaars en letterkundigen met een sterk gemeenschapsideaal dat gekant was tegen de oprukkende techniek.
In 1926 werd kunstenaarsvereniging 'De Brug' opgericht, waarvan in het begin Rädecker, Charley Toorop, Dick Ket en Johan Polet lid waren. In de jaren 1920 en 30 werd Rädecker gezien als de belangrijkste Nederlandse beeldhouwer. Hij wordt gerekend tot de Amsterdamse School. Zijn stijl is verwant aan de Bergense School.
Rädecker werkte voor sommige beeldhouwwerken samen met zijn familieleden of met andere kunstenaars. Voor het Nationaal Monument werkte hij samen met zijn zoons en broer Anton, en geassisteerd door de beeldhouwer George van der Wagt. Samen met een van zijn zoons heeft hij ook het Nationaal Legermonument op de Grebbeberg vervaardigd (ook wel bekend als het "Leeuwenmonument").[2][3][4][5][6]
In 2020 vernoemde de gemeente Amsterdam brug 1916 naar hem.
Lijst van werken (selectie)
- Stedenmaagd (1926), bestaand uit drie houten figuren, in de vernieuwde Raadzaal van het voormalige Amsterdamse stadhuis
- De Hinde of Het Stenen Hert (1926), Nationaal Park De Hoge Veluwe, Ede
- Gedenkteken voor Anton Verhey (1926), Het Park in Rotterdam
- Paarden (1936), ingang Van Abbemuseum in Eindhoven
- Monument Jan Toorop (1937), Jacob Catslaan / Buitenrustweg in Den Haag
- Sculpturen aan gemeentehuis Medemblik, Dam 4 te Medemblik (gemeente)
- Monument voor de gevallenen (1948), Piepersweg/Noolseweg in Blaricum
- Vrouw (1950) in het Westbroekpark in Den Haag
- Nationaal Legermonument (1952), Grebbeberg te Rhenen
- Nationaal Monument op de Dam (1956), Dam in Amsterdam
Verder zijn werken van Rädecker te vinden in de openbare collecties van:
Fotogalerij
-
Orpheus (1927), ter herinnering aan
Anton Verhey,
Het Park, Rotterdam
-
Paarden (1936), ingang
Van Abbemuseum, Eindhoven
-
Bronzen kop Jan Toorop (1937),
Museum Kranenburgh, Bergen (NH)
-
Monument Jan Toorop (1937), Jacob Catslaan/Buitenrustweg, Den Haag
-
Monument Jan Toorop (1937), Den Haag
-
Vrouw (1950), Westbroekpark in Den Haag
-
-
Drie koningen,
Zwijndrecht
-
Mannetje met vleugels (1922)
Stedelijk Museum Amsterdam, vaste collectie
Stamboom
Literatuur
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties