Georg-Büchner-Preis(1957), Grote Kruis van Verdienste van de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland, Hans Christian Andersenprijs(1960), Literaturpreis der Stadt München (1955), Kulturpreis der deutschen Freimaurer (1968), Lessing Ring (1968), honorary golden medal of the state capital Munich
Kästner groeide op in een huurwoning in de Königsbrücker Straße in de Äußere Neustadt (Dresden). Daar vlakbij, aan de Albertplatz, staat de vroegere villa van zijn oom Franz Augustin, waarin tegenwoordig het Erich-Kästner-Museum is gehuisvest.
In 1919 ging Kästner geschiedenis, filosofie, germanistiek en theaterwetenschappen studeren in Leipzig. In 1927 verhuisde hij naar Berlijn en bleef daar tot het einde van de Weimarrepubliek in 1933. Hij vertrok daarop voor korte tijd naar (het toen Oostenrijkse) Merano en naar Zwitserland, maar keerde spoedig terug naar Berlijn.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 vestigde Kästner zich in München. Hij bleef daar tot zijn dood in 1974. Hij overleed in het Münchener ziekenhuis Neuperlach en werd op de begraafplaats in München-Bogenhausen bijgezet.
Kästner had een zoon, Thomas (1957), maar was nooit getrouwd.
Voor Kästner lijkt het verleden ‘op een rusteloos spook dat door onze dagen en dromen zwerft en, zoals geesten sinds mensenheugenis plegen te doen, op het moment wacht dat wij het aankijken, aanspreken en aanhoren. Dat wij, ons dood geschrokken, de slaapmuts over onze ogen en oren trekken, helpt niets. Het is de verkeerde methode. Het spook, noch wijzelf zijn erbij gebaat. We kunnen niets anders doen dan hem in zijn ogen kijken en zeggen: “Spreek!” Het verleden moet praten en wij moeten luisteren. Eerder zullen wij en zij geen rust vinden.’[2]
Bibliografie
Herz auf Taille, 1928
Emil und die Detektive, 1928
Lärm im Spiegel, 1929
Monolog des Blinden, 1929
Ein Mann gibt Auskunft, 1930
Arthur mit dem langen Arm, 1931
Pünktchen und Anton, 1931
Fabian, Die Geschichte eines Moralisten, 1931
Der 35. Mai, 1932
Das verhexte Telefon, 1932
Gesang zwischen den Stühlen, 1932
Die Entwicklung der Menschheit, 1932 (gedicht)
Das fliegende Klassenzimmer, 1933
Drei Männer im Schnee, 1934
Emil und die drei Zwillinge, 1934
Die verschwundene Miniatur, 1935
Doktor Erich Kästners lyrische Hausapotheke, 1936
Der Zauberlehrling, 1936
Georg und die Zwischenfälle, 1938 (ook bekend als Der kleine Grenzverkehr)
Münchhausen, 1943 (script voor de UFA-film over de Baron von Münchhausen, onder het pseudoniem Berthold Bürger)