Engelbrecht II volgde op 27 juli 1475 zijn vader op in de Nederlandse bezittingen. Van 1475 tot zijn dood in 1504 was hij heer van Breda. Op 27 juli 1475 deed hij zijn blijde inkomst als heer van Breda. Bij deze gelegenheid bekrachtigde Engelbrecht II de privileges van de stad en de dorpen en verleende hij nog enkele voorrechten. De oorkonde had de volgende aanhef: Enghelbrecht, greve te Nassouw en ter Vyanden, heere tot Breda.[2] Engelbrecht werd in 1499 (door een ruil met hertog Willem II van Gulik-Berg) burggraaf van Antwerpen, alsmede heer van Diest, Sichem en Zeelhem. Hij was al heer van de Lek, en kocht in 1501 de heerlijkheden Roosendaal, Nispen en Wouw.
Hij treedt in dienst van Karel de Stoute (1467), die hem in de Luikse Oorlogen tot ridder slaat (1468). Hij trouwt met Cimburga van Baden in Koblenz (19 december 1468) en sluit een verdrag met zijn jongere broer Johan V van Nassau-Dietz (1472), waarin wordt bepaald dat Nederlandse en andere bezittingen links van de Rijn aan hem toekomen, en de Nassause aan zijn broer.
In 1473 wordt hij toegelaten tot de Orde van het Gulden Vlies en benoemd tot luitenant-generaal van Brabant en Limburg. In 1475 volgt hij zijn vader Jan IV van Nassau op als heer van Breda (zie boven).
In de Slag bij Nancy sneuvelt Karel de Stoute en neemt de militie van Straatsburg Engelbrecht krijgsgevangen (1477). Na een drietal maanden komt hij vrij en treedt hij in dienst bij Maximiliaan van Habsburg die met de dochter van Karel de Stoute, Maria van Bourgondië is getrouwd.
In 1479 voert Engelbrecht het bevel tijdens de Slag bij Guinegate tegen de Fransen. Hij is een van degenen die hun armen hebben ontbloot als provocatie, en zo aan de basis liggen van de benaming 'Dag van de opgestroopte mouwen' (Journée des Démanchés). Hij wordt voogd van de driejarige Filips de Schone (1482) en opperkamerheer van keizer Maximiliaan.
Op 25 juli 1487 nemen de Fransen hem gevangen tijdens de Slag bij Béthune. Na enkele jaren komt hij vrij tegen betaling van een forse som losgeld. Hij herneemt zijn taak als veldheer van Maximiliaan en heeft direct zijn handen vol met de Vlaamse Opstand tegen de niet-nagekomen toezeggingen van 1488. Hij neemt Damme in en snijdt zo de bevoorrading van het opstandige Brugge af. De uitgehongerde belegerden geven zich over en moeten de Vrede van Tours toestaan (29 november 1490). Plunderend en zich verrijkend trekt Engelbrecht twee jaar lang met zijn Duitse troepen door Vlaanderen.
Hij liet geen wettige kinderen na en benoemde Hendrik III van Nassau-Breda, een zoon van zijn broer, tot zijn erfgenaam. Hendrik bestelde voor zijn oom het grafmonument in albast.
Bastaardkinderen van Engelbrecht II en een onbekende vrouw:
Engelbrecht van Nassau, jonker van Nassau, van de stad Antwerpen genoot hij een lijfrente van 500 rijnse guldens, overl. 1532.
Barbara van Nassau, priores van het klooster Vredenberg, genoot eenzelfde lijfrente als haar broer sinds 1502. Na het overlijden van haar broer had zij recht op 1000 rijnse guldens per jaar; zij schreef hierover aan Willem van Oranje in 1554.
Varia
Een belangrijke verkeersweg in Breda is vernoemd naar Engelbrecht II van Nassau, de Graaf Engelbertlaan. In de Martinuskerk in Princenhage bevindt zich een glasraam met een afbeelding van hem.
Paul de Win, "Engelbert (Engelbrecht) II. Graaf van Nassau-Dillenburg en Vianden, heer van Breda", in: Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, 1992, 85-115.
Paul de Win, "Engelbert II, comte de Nassau-Dillenburg et de Vianden, seigneur de Breda et de Diest, vicomte héréditaire d'Anvers", in: Les chevaliers de l'ordre de la Toison d'or au XVe siècle. Notices bio-bibliographiques, ed. Raphaël de Smedt, Lang, Frankfurt am Main, 2000, 180-183.
Mario Damen, "The Counts of Nassau and the Performance of Lordship in Late Medieval Brabant", in: Communities, Environment and Regulation in the Premodern World: Essays in Honour of Peter Hoppenbrouwers, eds. Claire Weeda, Robert Stein en Louis Sicking, 2022, 233-261. DOI:10.1484/M.CORN-EB.5.129380
Referenties
↑Andreas Eppink (2015), Wat is onze cultuur?, hfdst. 4: 'Het land vóór de Opstand. Hoezo Spaans?', p. 8, [1]. Gearchiveerd op 5 mei 2021.