Emico was eerst geestelijke en was domheer te Mainz 1328–1357, domheer te Keulen sinds 1329, domheer te Worms sinds 1332 en domkoster sinds 1334, en provoost van de Sint-Jan te Mainz 1334–1342.[1] Hij verliet de geestelijke stand, vermoedelijk – als men rekening houdt met zijn latere houding – in onvrede en met een levenslange vijandschap tegen de geestelijkheid, en werd in 1337 door zijn broer Johan als mederegent aangesteld. In hetzelfde jaar verwierf Emico bezit van zijn zwager graaf Gerhard VI van Diez (gehuwd met zijn zuster Jutta). Emico verbleef overigens meestal op de van zijn moeder Anna geërfde bezittingen in Kammerstein in Franken.[5][6]
Emico legde het Klooster Eberbach in Eltville aanzienlijke heffingen op over de bezittingen die het klooster in Nassau-Hadamar had, ondanks dat zijn broer Johan sinds 1353 beschermheer van het klooster was. Hetzelfde deed Emico bij de bezittingen van het Sint-Claraklooster te Neurenberg (waar zijn zuster Margaretha non was) en de Sint-Kastorbasiliek te Koblenz.
‘Emiche Greve zu Nassauwe’ kwam tot overeenstemming met ‘Johans unseris Bruders’ over hun erfenis in een oorkonde gedateerd 22 juni 1352, in aanwezigheid van ‘unse … Muter Frauwen Anne Grevinnen zu Nassowe … unsen … Ohem Johans Burgreve zu Nurinberg’. Het testament van ‘Emche Grafe, Graf zu Nazzaw’, gedateerd 19/20 februari 1359, benoemd ‘unserm Bruder Grafen Johans Grafen zw Nazzaw’ als erfgenaam.[1] Emico overleed op 1 maart 1359 en werd opgevolgd door zijn broer Johan.
(de) Arnoldi, Johannes von (1799). Geschichte der Oranien-Nassauischen Länder und ihrer Regenten. Band 3. Neue Gelehrtenbuchhandlung, Hadamar, pp. 97-98.
(de) Schwennicke, Detlev (1978). Europäische Stammtafeln. Stammtafeln zur Geschichte europäischen Staaten. Neue Folge. Band I. J.A. Stargardt, Marburg.
Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
(de) Wagner, Jakob (1863). Die Regentenfamilie von Nassau-Hadamar. Geschichte des Fürstenthums Hadamar. Erster Band, Zweite Auflage. Verlag der Mechitharisten-Congregations-Buchhandlung, Wien.
Voetnoten
↑Het huwelijk wordt alleen vermeld door Cawley. Vorsterman van Oyen (1882) vermeldt vermoedelijk gehuwd.