Elisabeth Bodenmüller was een dochter van Heinrich Lavater, een goudsmid. In 1813 huwde ze Kasimir Bodenmüller uit Einsiedeln, maar ze zou al snel haar echtgenoot en kind verliezen. Ze schreef verscheidene religieuze gedichten met daarin ook didactische en autobiografische elementen (Malven-Sträusschen, 1828), gebeden voor 'gecultiveerde vrouwen' (Theoduline, 1830) en toneelspelen (Das Frauenkloster in der A, bey Einsiedeln en Der heilige Meinrad, und seine Verehrer, beide uit 1828). Haar reizen naar Rusland, Turkije en Italië (1831) getuigen van een kosmopolitische en gecultiveerde geest.
Literatuur
(de) Röthlisberger, B., e.a., Die Frau in der Literatur und in der Wissenschaft, 1928, 38, 40.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een vertaling van het lemma Elisabeth Bodenmüller in de Franse versie van het Historisch woordenboek van Zwitserland (overgenomen op 1 mei 2021), dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen is vrijgegeven.